Eerstelijnszorg in De Bilt is gestopt met het verlenen van zorg. De aanbieder van wijkverpleging had een aanwijzing opgelegd gekregen en een boete dreigde, omdat de zorg ernstig tekortschoot. Bij niet alle cliënten was duidelijk welke zorgverlener, met welk deskundigheidsniveau werd ingezet en beschikte zorgpersoneel niet altijd over de juiste certificaten of diploma’s. Beleid over scholing ontbrak. Omdat de zorgverlening nu is gestopt, voldoet de thuiszorgaanbieder aan twee onderdelen van de aanwijzing en volledig aan de last onder dwangsom. Dit meldt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
In mei kreeg Eerstelijnszorg een aanwijzing, met daarin het bevel om te stoppen met het bieden van wijkverpleging voor 29 mei. Alle cliënten moesten voor die tijd zijn overgedragen. Uit een toets in de dagen erna bleek dat dat niet was gebeurd. Of Eerstelijnszorg wel aan de andere normen uit de aanwijzing voldeed, was ook niet duidelijk. Daarom legde de IGJ een last onder dwangsom op.
Geen boete
Sinds 1 juli 2024 levert Eerstelijnszorg geen zorg meer aan cliënten uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz), waarmee de organisatie voldoet aan de last onder dwangsom en de boete niet hoeft te betalen. Wil de wijkverpleger toch weer zorg verlenen, dan heeft de inspectie daar weinig vertrouwen in. Het laatste deel van de aanwijzing blijft daarom van kracht: Eerstelijnszorg mag pas weer zorg verlenen als de IGJ ziet dat deze aan de voorwaarden van goede zorg voldoet.
In maart dreigde de inspectie ook al met een boete voor de organisatie.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky