Door de toestroom aan patiënten en uitval van eigen medewerkers door Covid-19 zijn veel ziekenhuizen op zoek naar extra hulp. Daarnaast is de zorg voor ernstig zieken coronapatiënten heel intensief. Veel ziekenhuizen maakten en maken daardoor gebruik van ‘coronabuddy’s’ helpers, mét of zonder ervaring in de zorg om verpleegkundigen op bijvoorbeeld de ic-afdeling te ondersteunen.
De Nationale Zorggids sprak met twee coronabuddy’s.
Anouk Streng (31) werkte in de commerciële communicatie. Nu is ze buddy in het Sint Antonius Ziekenhuis.
“Tijdens een nachtdienst heb ik drie uur met een huilbaby rondjes gelopen op de kinderafdeling’’, zegt Anouk Streng. “Als je haar vasthield ging het wel, maar de verpleegkundige moest controles lopen en had daar geen tijd voor. Toen vroegen ze of ik bij wilde springen.’’
Anouk werkte in de commerciële communicatie toen in februari vorig jaar haar contract niet werd verlengd. Door corona is het erg lastig een nieuwe baan te vinden in haar vakgebied. Ze stuurt ruim tweehonderd sollicitatiebrieven, tevergeefs. Totdat haar zus haar de vacature doorstuurt van ziekenhuisbuddy in het Sint Antoniusziekenhuis in Nieuwegein. “De zorg heeft het natuurlijk heel zwaar nu. Ik wilde graag verpleegkundigen ondersteunen, maar ik heb geen medische opleiding.’’
Toch solliciteert Anouk en ze wordt aangenomen. Sinds december maakt ze deel uit van de buddygroep van het ziekenhuis. Samen met haar collega’s, waarvan de meeste geen medische achtergrond hebben, ondersteunt ze de verpleegkundigen in het ziekenhuis. “Wij doen koffierondes, maken praatjes met patiënten, helpen bij het aantrekken van beschermende kleding, halen bloed of medicijnen, brengen en halen patiënten voor een echo of scan, vullen karren bij, legen een urinezak. Wij zijn eigenlijk de benen van de verpleegkundigen, de vliegende keep.’’
Oefenen voor de derde golf
Al die handelingen maken het werk van de verpleegkundigen én het verblijf van patiënten iets makkelijker. “Laatst sprak ik in de wachtkamer van de spoedeisende hulp met een patiënt over haar duikervaring van vroeger. Daardoor kon ze ontspannen en werd ze weer helemaal blij.’’ En ook de verpleegkundigen kunnen de steun goed gebruiken. “Het aantal patiënten op de corona-afdeling neemt weer toe. We zijn aan het oefenen voor de derde golf, verpleegkundigen hebben het heel zwaar. Ik heb diep respect voor wat ze doen en ik ben blij dat ik af en toe een kopje koffie voor ze kan zetten.’’
In een ziekenhuis werken zonder medische ervaring is wennen, zegt Anouk. “Op de intensive care werd laatst bijvoorbeeld een coronapatiënt in coma gebracht. Dat werd nog even uitgesteld zodat hij de uitvaart van zijn vrouw kon volgen die drie dagen eerder was overleden aan corona.’’ Reanimaties zijn ook heftig. “Maar artsen begrijpen dat wij als buddy daar niet gewend aan zijn. Ze leggen het uit wat er net gebeurd is en komen er later nog eens op terug.’’ Ook vanuit het ziekenhuis is er steun als dat nodig is.
“Je leert ermee omgaan’’, zegt Anouk. Maar de patiënten en hun verhalen blijven haar wel bij. “Dat had ik vooraf niet gedacht, maar je verbindt je aan de mensen die er liggen. Soms ken ik niet eens hun naam en weet ik verder bijzonder weinig van ze, maar zijn ze me toch bijgebleven.’’ Bij de aanvang van haar dienst gaat ze soms de namen langs van de patiënten op de intensive care. “Als er patiënten zijn verdwenen vraag ik altijd of diegene op de ‘goede’ of op de ‘slechte’ manier is weggegaan. Dan is het fijn om te horen dat iemand bijvoorbeeld is overgeplaatst naar een verpleegafdeling.’’
Overlijden
Ook bij een overlijden kan Anouk gevraagd worden te ondersteunen. Bijvoorbeeld door de geëmotioneerde familieleden te begeleiden naar de familiekamer. “Maar laatst stonden er veertig emotionele familieleden voor de deur van het ziekenhuis. Die kunnen dan niet naar binnen. Je zou ze graag afscheid willen laten nemen van hun dierbare, maar de realiteit is dat we te maken hebben met een besmettelijk virus. De beveiliging en het afdelingshoofd leiden dat in goede banen, daar helpen we soms bij.’’
Dat betekent ook dat patiënten op de covid-afdeling een bezoeker per dag mogen ontvangen. Soms levert dat boze reacties op. “We hebben een training gekregen hoe we daarmee om moeten gaan. Maar soms voelt dat tegennatuurlijk. Dan spreek ik op de gang iemand aan die overstuur is omdat hij geen mondkapje draagt. Maar natuurlijk wil diegene geen mondkapje op, want als je overstuur bent, krijg je het daarmee hartstikke benauwd. Dan moet je eigenlijk strenger zijn dan dat je menselijk bent en dat is best ingewikkeld.’’
Carrièreswitch
Toch bevalt haar werk als buddy haar zo goed dat ze in het ziekenhuis wil blijven werken. “In het Sint Antonius werken ze aan een soort ‘uitleenplaats’ voor verpleegkundigen. Als er op een afdeling een tekort is, kijken ze of er vanuit een andere afdeling iemand bij kan springen. Onlangs heb ik meegelopen op deze afdeling en dat leek me heel erg leuk. Plannen, overzicht krijgen en organiseren. Dat past bij mij.’’ Anouk is niet de enige buddy die een carrière switch overweegt. “Andere buddy’s zijn begonnen met een omscholingstraject tot verpleegkundige.’’
Anouk heeft ‘diep respect’ voor haar collega’s in het ziekenhuis. “Verpleegkundigen geven echt om de patiënten, maar ze kunnen het daarna ook weer loslaten. Dat zou ik lastig vinden. De afgelopen maanden zijn die tientallen patiënten mij bijgebleven. Wat als dat er straks honderden of duizenden zijn?’’ Daarom wil ze liever een bijdrage leveren achter de schermen. “Het faciliteren van verpleegkundigen past gewoon beter bij mij.’’
Jennifer Oosterbaan (28) hielp haar collega’s op de ic van het Haga Ziekenhuis tijdens de eerste coronagolf.
“Die eerste weken op de ic, met een stroom aan coronapatiënten waren chaotisch en onrustig’’, zegt Jennifer Oosterbaan. “Het was onzeker. We wisten nog niet wat er op ons afkwam en waar we precies mee te maken hadden. Patiënten waren heel ernstig ziek.’’
Jennifer volgt de masteropleiding tot physician assistant neurochirurgie als ze in maart, nu een jaar geleden, wordt benaderd door haar verantwoordelijke of ze bij wil springen op de ic. “Ze hadden handen tekort en ze gingen na waar in het ziekenhuis minder te doen was. Omdat ik in opleiding ben, ben ik makkelijk inzetbaar. Bovendien werd neurochirurgie tijdens de eerste golf heel erg afgeschaald.’’
Blij met steun
Drie maanden lang helpt Jennifer op de ic als coronabuddy. “We werden gekoppeld aan een vaste verpleegkundige. Ik hielp bij de wisselliggingen (het draaien van de patiënt van de rug naar buik en andersom), de mondzorg, het afnemen van bloed, rapporteren en het controleren van alle apparatuur. Werken de pompen goed, zit alles vast zoals het hoort.’’ Haar collega’s op de ic zijn blij met de hulp. “Ze waren blij met alle steun die ze kregen.’’
Veel van de taken zijn anders dan waar Jennifer in haar huidige baan mee te maken heeft. “Vooral de zorg van geïntubeerde patiënten en het werken met beademingsapparatuur. Daar heb ik me meer in kunnen verdiepen.’’ Ook het contact met de patiënten is anders. “Bij neurochirurgie houd je vaak een praatje en zie je patiënten terug voor controle. Het grootste deel van de patiënten op de ic werd beademd wat het contact natuurlijk anders maakt.’’
Hectisch
De hectiek en intensiteit van de ic kan ze na werktijd van zich afzetten, zegt Jennifer. “Er zijn natuurlijk patiënten die ik niet meer vergeet, bijvoorbeeld wanneer ik lange tijd betrokken ben geweest bij de zorg. Maar die eerste maanden was het zo hectisch dat als iemand overleed, we ook snel weer door moesten omdat er alweer een nieuwe patiënt aankwam.’’
Door corona is het bezoekregime anders. “Tijdens een bepaalde periode mocht er helemaal niemand op bezoek komen. Dat vond ik bijna onmenselijk.’’ Contact was er vooral via tablets. “Gelukkig was dat snel opgezet door het ziekenhuis, maar het blijft confronterend als je een dierbare ziet die beademd wordt.’’
Held
Toch heeft ze de periode als coronabuddy ook als ‘leuk en bijzonder’ ervaren. “Ik heb veel nieuwe collega’s leren kennen. En twee studiegenoten die ook bijsprongen als buddy, zijn we naar elkaar toegegroeid. Je hebt in die situatie heel veel aan collega’s en het is fijn dat je op elkaar terug kunt vallen.’’ En de eerste maanden wordt de afdeling overspoeld met kaartjes, eten en cadeaus. “De omgeving zag ons als held. Dat heb ik zelf niet zo ervaren.’’
Na die drie maanden is Jennifer blij dat ze weer terug kan naar haar ‘eigen’ afdeling. Want tijdens haar periode als buddy, ging ook haar opleiding ‘gewoon’ door. “Door die periode op de ic ging ik mijn eigen vak meer waarderen. Het contact met de patiënten vind ik heel erg leuk.’’
Desondanks heeft Jennifer ook in de tweede golf afgelopen december enkele dagen meegeholpen. En nu het ziekenhuis zich momenteel voorbereid op een derde golf heeft ze zich weer aangemeld als buddy en staat ze klaar mocht dat nodig zijn. “Idealiter zou ik graag bij neurochirurgie blijven werken, maar als het moet dan moet het. Dan help je elkaar.’’
Door: Nationale Zorggids / Marjolein Kooyman