Het programma werkt als volgt: een aantal ervaren huishoudelijke hulpen wordt gekoppeld aan mensen met een licht verstandelijke beperking of met een afstand tot de arbeidsmarkt, hun leerlingen. Deze leerlingen geven zich hiervoor vrijwillig op. De ervaren krachten zijn in dienst bij thuiszorginstellingen waarmee wij samenwerken. Inwoners van de gemeente kunnen deze huishoudelijke hulpen plus leerling tegen een laag tarief inhuren voor maximaal 3 uur per week. De gemeente rekent 7,50 euro per uur. Het doel van het trainingsprogramma is om mensen met een licht verstandelijke beperking meer zelfredzaam te maken en toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt en de afstand tot de arbeidsmarkt van mensen met een uitkering te verkleinen, aldus de gemeente. Na afronding van het trainingsprogramma krijgen zij een certificaat.

 

SP-Kamerleden Renske Leijten en Sadet Karabulut stelden Kamervragen aan Van Rijn over het programma. Volgens de Kamerleden is het ‘schokkend dat duizenden thuiszorgmedewerkers ontslagen worden en gehandicapten en werklozen hiervoor als goedkoop alternatief worden ingezet’. Ook noemden ze het ‘te gek voor woorden’ dat ontslagen thuiszorgmedewerkers hetzelfde werk zouden moeten doen als wederdienst voor een uitkering. Het project zou daarnaast kunnen leiden tot verdringing van werk bij thuiszorginstellingen. Staatssecretaris Van Rijn steunt het programma echter. De gemeente stelt namelijk niemand verplicht om aan het project mee te doen, in ruil voor een uitkering. Ook wordt het loon van de professional aangevuld tot het cao-loon. De gemeente heeft een budget van 89 duizend euro beschikbaar gesteld. Dit geld komt van de overheid.