(Novum) - Minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) is er geen voorstander van om rechters een oordeel te laten vellen over de geldigheid van de euthanasieverklaring van ernstig dementerende patiënten. Dat schrijft Schippers dinsdag in antwoord op Kamervragen van Khadija Arib (PvdA).
De bewindsvrouw reageert op het pleidooi van oud-rechter Jan Peeters voor een rechterlijke toets. Nu zouden bijna alle artsen euthanasie weigeren als een patiënt zelf niet meer duidelijk kan maken dat hij dood wil, zei Peeters in de Volkskrant. Het kan voor artsen een 'steun in de rug' zijn als niet zij maar rechters over dit 'dilemma over de wilsverklaring' te laten besluiten, denkt hij.
Schippers ziet echter niets in het voorstel, dat zij 'zinvol noch wenselijk' noemt. Zij wijst erop dat een wilsverklaring al rechtsgeldig is als deze is voorzien van een datum en is ondertekend door de persoon in kwestie toen hij nog wilsbekwaam was. "Hiervoor is geen voorafgaande rechterlijke toets nodig."
De minister ziet evenmin wat in het voorstel van Peeters om een euthanasieverklaring door de notaris te laten bekrachtigen, net zoals dat gebeurt bij een testament. Dit kan volgens Schippers echter onterecht de suggestie wekken dat daarmee de uitvoering van euthanasie zou zijn gegarandeerd. "Dat is niet het geval. Euthanasie is geen recht en de arts heeft geen plicht om deze uit te voeren."
Het is wel van groot belang dat patiënt en arts regelmatig spreken over de wilsverklaring en deze zo nodig aan te passen, stelt Schippers. Mocht dan de situatie zich voordoen zoals is beschreven in deze verklaring, dan rust op de arts de taak om deze 'in die specifieke situatie te interpreteren'. "Een arts is bij uitstek de aangewezen persoon om te beoordelen of de huidige situatie van de patiënt overeenkomt met de situatie die de patiënt in de wilsverklaring heeft beschreven als voor hem ondraaglijk en uitzichtloos."
Het aantal meldingen van euthanasie of hulp bij zelfdoding bij demente patiënten bij de regionale toetsingscommissies euthanasie is de afgelopen jaren toegenomen. In de periode 2002 tot en met 2009 betrof het twintig meldingen. Dit aantal liep op naar 25 in 2010 en 49 in 2011. In 2012 ging het om 42 meldingen.