Nieuw onderzoek van het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht toont aan dat hersenschade bij baby’s met een aangeboren hartafwijking al in de buik kan ontstaan. Een slecht werkende placenta speelt hierbij een rol. Dit meldt Algemeen Dagblad.
Ernstig aangeboren hartafwijkingen komen jaarlijks bij ongeveer 170 nieuwe baby’s voor. Ongeveer 90 procent van hen blijft na een operatie in leven. Soms houden zij complicaties over aan hun verblijf op de neonatale intensive care unit (NICU), maar soms is de ontwikkeling van hersenen al voor de geboorte vertraagd. Het nieuwe onderzoek laat zien dat dit komt doordat het hart zuurstof en voedingsstoffen niet goed kan rondpompen en daar komt een slecht werkende placenta om de hoek kijken.
Kleinere hersenen
De moederkoek voedt de foetus, geeft hem zuurstof en stuurt hormonen door voor de groei. Ook draagt deze bij aan de ontwikkeling van de hersenen. Een placenta die niet goed is aangelegd of niet goed werkt, geeft een verhoogde kans op een vertraagde hersenontwikkeling bij baby’s met ernstige hartaandoeningen. Hoe meer afwijkingen in de placenta, hoe kleiner de hersenen van de baby, zegt arts-onderzoeker Maaike Nijman van het WKZ. Omdat de hersenen na 30 weken zwangerschap normaal een groeispurt doormaken, kan het vooral dan misgaan. Juist dan blijft de ontwikkeling van de hersenstructuren achter bij deze baby’s. Dit kan hun leervermogen aantasten en motorische klachten tot gevolg hebben.
Vroegtijdige interventies
Met de conclusies van het onderzoek kunnen de wetenschappers interventies ontwikkelen om de placenta zo vroeg mogelijk te ondersteunen. Zo is er een studie in Canada die laat zien dat de moeder extra zuurstof kan krijgen zodat dit bij het kind kan komen. Ook kijken de onderzoekers naar de mogelijkheden voor medicatie.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky