Snelle inzet van dna-verwantschapsonderzoek moet de politie in staat stellen om de ouders van de vondeling in een vuilcontainer op te sporen. Ton Uiterwijk leidde in 2016 het onderzoek naar de ouders van de dood aangetroffen baby bij de Sloterplas en daar werd pas na een jaar dergelijk onderzoek aangevraagd. Dit meldt Hart van Hart.
Een jaar lang onderzoek doen naar de ouders, leverde de politie destijds niets op. Pas toen het dna-verwantschapsonderzoek werd aangevraagd, ging het balletje rollen. Al snel kwam de vader in beeld, die ook de moeder wist te vinden.
Informatie delen
Maar niet alleen dat onderzoek is belangrijk, ook het publiekelijk delen van informatie kan veel opleveren. De moeder komt meestal uit de omgeving van de vindplaats, zegt Uiterwijk. Daarnaast kijkt de politie ook naar de omstandigheden waarin de baby is aangetroffen. Of het kindje kleren aan had, in een doek gewikkeld was, of – zoals bij de Sloterplas-baby – om wat voor tas het gaat. Tot sluit kijkt men altijd naar de beschikbare camerabeelden.
Bij het onderzoek in 2016/2017 betrok Uiterwijk twee hoogleraren, waarvan eentje een neonatoloog is. “Wat ik heb begrepen, is dat dit soort meisjes of vrouwen vaak thuis op de wc bijvoorbeeld bevalt. Ze smoren het huilen, omdat het kindje niet ontdekt mag worden. Dan kan zo’n kindje overlijden. Vaak wordt de baby in een tas gedaan." Ook is de omgeving van de vrouw vaak niet op de hoogte van de zwangerschap. Uiterwijk weet dat de moeders niet te snel beoordeeld moeten worden op hun handelen, omdat het vaak om verdrietige situaties gaat.
Door: Nationale Zorggids
