Het aantal zwangerschapsafbrekingen in Nederland is in 2018 toegenomen met 1,5 procent. Zowel in absolute als in relatieve aantallen zijn er meer abortussen uitgevoerd. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de Wet afbreking zwangerschap. Dit meldt de inspectie.
In 2018 werden er 31.002 abortussen uitgevoerd. Dat zijn er 479 meer dan in 2017. In 2018 waren er ook meer abortussen dan in 2015 en 2016. De toename van het aantal zwangerschapsafbrekingen is ook terug te zien in relatieve cijfers. In 2018 werden er per 1.000 in Nederland wonende vrouwen tussen de 15 en 44 jaar 8,8 abortussen uitgevoerd. In de jaren daarvoor was het steeds rond de 8,6. Ook het aantal abortussen per 1.000 levendgeborenen nam toe.
Aantal abortussen onder tieners daalt nog steeds
Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners daalt sinds 2002 en dat is ook in 2018 terug te zien. Er werden 2.520 abortussen uitgevoerd bij vrouwen jonger dan 20. Dat zijn er 138 minder dan in 2017.
De meeste overige cijfers zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. Ruim de helft van alle zwangerschapsafbrekingen vond plaats in de eerste zeven weken van de zwangerschap. Bijna 90 procent van de behandelingen werd verricht in een abortuskliniek, de rest in een ziekenhuis.
Door: Nationale Zorggids