De verdeling tussen ouders van taken in de opvoeding, verschilt naarmate ouders wel of niet betaald werk hebben. De enige situatie waarin vaders vaker dan moeders altijd of meestal taken op zich nemen, is wanneer de moeder betaald werk heeft (voltijd of deeltijd) en de vader niet. Ook als beide ouders in gelijke mate voltijd of deeltijd betaald werk hebben, is het de moeder die het vaakst taken met de kinderen op zich neemt.
Spelen met de kinderen gebeurt in 85 procent van de werkende gezinnen in gelijke mate, het naar bed brengen van de kinderen in 71 procent. Op de vraag wie van de werkende ouders het vaakst ‘altijd of meestal’ bepaalde taken op zich neemt, is het antwoord voor alle taken: de moeder. Het sterkst geldt dit voor het kleden van de kinderen, dat in 44 procent van de gevallen altijd of meestal door de moeder gebeurt, voor vaders is dat nog geen 3 procent. De taak die verreweg het meeste tijd kost, thuis blijven bij een ziek kind, komt bijna 3,5 keer zo vaak altijd of meestal op de moeder terecht. Moeders blijven in 31 procent van de gezinnen waar beide ouders in gelijke mate betaald werk doen, altijd of meestal thuis bij een ziek kind. Vaders doen dat in 9 procent van die gezinnen.
De meeste ouders zijn tevreden over de manier waarop zij taken rond de opvoeding en verzorging van de kinderen onderling hebben verdeeld. Er is echter een duidelijk verschil tussen stellen waarvan beide ouders even veel betaald werk hebben en stellen waarvan de man meer werkt dan de vrouw. In het eerste geval zijn vaders en moeders beiden in hoge mate tevreden tot zeer tevreden over de taakverdeling, 93 respectievelijk 95 procent. Wanneer de vader meer werkt dan de moeder, neemt de tevredenheid over de taakverdeling bij moeders af. Ruim elf procent van de moeders is in die situatie niet tevreden.
© Nationale Zorggids