Normal_human_lungs_longen

In het ontstaan van astma bij jonge kinderen spelen verschillende oorzaken een belangrijke rol. Uit nieuw onderzoek blijkt dat DNA-varianten mogelijk te maken hebben met de gevoeligheid voor allergie en veranderingen in de kleinere luchtwegen, de vertakkingen van de grote luchtwegen. Dat meldt het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Uit het promotieonderzoek van Olga Savenije komen conclusies naar voren die van belang kunnen zijn voor verder onderzoek naar astma bij kinderen. Savenije bevestigt allereerst dat op dit moment niet te voorspellen is welk jong kind met luchtwegklachten astma heeft. Verschillende bestaande voorspellingsmodellen bleken geen onderscheid te kunnen maken tussen kinderen die later astma ontwikkelen (een derde) en kinderen met tijdelijke luchtwegklachten (twee derde). Dit maakt het ingewikkeld voor dokters om te besluiten of ze wel of niet medicijnen tegen astma moeten voorschrijven.

In het tweede deel van haar onderzoek toont Savenije aan dat DNA-varianten in een bepaalde genetische signaalroute (het zogenoemde IL33-IL1RL1 pathway) verband houden met de ontwikkeling van astma en het ontstaan van een piepende ademhaling. Dit komt mogelijk doordat kinderen dan meer gevoelig zijn voor het ontwikkelen van allergie. Tot slot stelt ze vast dat bronchiale hyperreactiviteit (luchtwegvernauwing na het inademen van bijvoorbeeld kou en mist) een kenmerk is van astma in kinderen. Een vernauwing van de kleinere luchtwegen beïnvloedt bronchiale hyperreactiviteit en is daardoor een indirect kenmerk van astma. De rol van de kleinere luchtwegen moet daarom nader onderzocht worden, zo stelt Savenije.

Olga Savenije promoveert vandaag aan de Rijksuniversiteit in Groningen.

© Nationale Zorggids