Jonge kinderen met een grote eetlust hebben volgens onderzoekers van de Erasmus Universiteit mogelijk een grotere kans op symptomen die passen bij een eetstoornis. Eetlustkenmerken kunnen tot wel tien jaar later verband houden met het ontwikkelen van zulke symptomen. Dit meldt Erasmus Universiteit.
Onder eetlustkenmerken vallen bijvoorbeeld onze reactie op voedsel en hoe we reageren op de mogelijkheid om te eten. Een ander kenmerk is de eetlust bij negatieve emoties: wil je juist meer of minder eten als je je niet goed voelt? Ook zijn kenmerken onder te verdelen voor een grotere eetlust en een kleinere eetlust.
Kinderen van vijf en vijf jaar die een sterkere neiging hebben om te eten als ze lekker voedsel zien, ruiken of proeven, hebben een hogere kans hebben op het ontwikkelen van eetstoornissymptomen als ze 12 tot 14 jaar zijn. Onder eetstoornissymptomen vallen onder meer eetbuien, ongecontroleerde eetmomenten, emotioneel eten, lijnen en compensatiegedrag.
Veel mogelijke risicofactoren
Een langzamer eettempo en een hoger verzadigingsgevoel kunnen aan de andere kant juist beschermen tegen sommige symptomen van een eetstoornis op latere leeftijd. Ook kieskeurig eten, emotioneel ondereten en simpelweg genieten van eten houden geen verband met eventuele eetstoornissymptomen. “Hoewel onze studie geen oorzakelijk verband kan aantonen, suggereren onze bevindingen dat een sterkere neiging om te eten wanneer je ziet, ruikt of proeft een risicofactor kan zijn voor het ontstaan van eetstoornissymptomen in de adolescentie”, legt Ivonne Derks van de Erasmus Universiteit uit. Tegelijkertijd benadrukt ze dat dit ook normaal en veel voorkomend gedrag is en dat een eetlustkenmerk slechts als één van de vele mogelijke risicofactoren gezien moet worden en vooral niet iets is waar ouders zich direct zorgen over moeten maken.
Preventiestrategieën
Wat volgens professor Pauline Jansen wel van belang is, is dat er preventiestrategieën nodig zijn die ouders kunnen helpen om het risico op het ontwikkelen van eetstoornissen verlagen. Deze strategieën zorgen er dan voor dat kinderen opgroeien in een gezonde voedselomgeving met responsieve voedingstrategieën, waarbij ouders op vaste tijden voedzaam eten aanbieden voor maaltijden en tussendoortjes, maar dat kinderen zelf beslissen wat ze eten en hoeveel.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky