Gemeenten hebben kwetsbare jongeren steeds beter in beeld en zijn meer in staat om hun passende ondersteuning te geven. Desondanks bestaat het risico dat bepaalde groepen jongeren buiten beeld van de gemeente raken en dat zij niet de nodige ondersteuning krijgen om aan het werk te komen. Dit stelt de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) naar aanleiding van twee onderzoeken die zij heeft uitgevoerd, zo meldt de Inspectie.
De Inspectie SZW heeft onderzocht of gemeenten een goed beeld hebben van en begeleiding geven aan jongeren met arbeidsvermogen die zelf niet het minimumloon kunnen verdienen en voorheen een beroep konden doen op de Wajong. Een belangrijk aspect daarbij is hoe zij samenwerken met voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, omdat veel jongeren van die scholen een beroep doen op de ondersteuning van gemeenten. De Inspectie constateert dat gemeenten de jongeren van die scholen goed in beeld hebben, maar jongeren die uit een andere richting komen veel minder.
De scholen zijn soms niet enthousiast over de samenwerking binnen arbeidsmarktregio’s tussen gemeenten. Gebrek aan coördinatie levert hen veel extra werk op. Ook geven scholen aan dat de aanspreekpunten bij sommige gemeenten veel wisselen en dat er niet altijd sprake is van een warme overdracht van de jongeren.
Gemeenten vinden het lastig om de jongeren ‘actief te houden’ als ze nog geen werk hebben om hun arbeidsvaardigheden te ontwikkelen of op peil te houden. Nog niet alle gemeenten hebben daarvoor voldoende voorzieningen. Een deel van de jongeren dreigt daardoor ‘thuis op de bank te komen zitten’.
Het uitgangspunt van de wetgever is dat iedereen met arbeidsvermogen naar werk bij reguliere werkgevers moeten worden begeleid. Veel gemeenten doen dat echter niet voor jongeren die een lage arbeidsproductiviteit hebben. Door dit beleid worden deze jongeren uitgesloten van werken op de arbeidsmarkt en zijn daardoor aangewezen op dagbesteding of vrijwilligerswerk.
Door: Redactie Nationale Zorggids