Meer jonge Nederlanders dan voor de coronacrisis hebben een (ernstigere) eetstoornis. Doordat de problemen nu ook erger zijn, moeten behandelaren vaker overgaan tot dwangvoeding. Experts zeggen tegen NU.nl dat de zorg aan eetstoornispatiënten hierdoor voor langere tijd onder druk komt te staan. Dit meldt de nieuwssite.
Hoewel exacte cijfers niet bekend zijn door een gedecentraliseerd beleid, denkt voorzitter Károly Illy van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde dat het aantal jonge eetstoornispatiënten is verdubbeld sinds de coronacrisis. Dat denkt ook kinderarts Annemarie van Bellegem. Waarschijnlijk zijn erop dit moment in Nederland zo’n 200.000 mensen die kampen met een eetstoornis als anorexia nervosa, boulimia nervosa of een binge eating disorder.
Stoppen met eten en drinken
Eind 2020 zag Van Bellegem al een exponentiële stijging van het aantal kinderen en jongeren met een eetstoornis in het Amsterdam UMC. Ze had toen nog niet eerder gezien dat zo’n grote groep jongeren weigerde te eten of te drinken. Andere gezondheidsinstanties waarschuwden aan het begin van de pandemie ook al voor het groeiende aantal patiënten met een eetstoornis. En de problemen bleven aanhouden.
Druk op overbelast zorgsysteem
Volgens de kinderarts van het Amsterdam UMC is het niet gek dat een pandemie tot meer eetstoornissen leidt. Maar naast veel nieuwe patiënten, zag ze ook patiënten die een terugval hadden. “Er werd en wordt nog meer druk gelegd op een zorgsysteem dat al overbelast was. Het is echt een uitdaging.” Ze denkt dat ziekenhuizen en de specialistische ggz nog jaren bezig zijn om de tijdens de coronacrisis gegroeide aantallen weer terug te dringen.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
