Steeds meer jongeren doen een beroep op online anonieme zorg, bijvoorbeeld bij depressie en eetstoornissen. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid roept jongeren op om middels de campagne ‘Het! Het is oké’ hulp te zoeken wanneer iemand kampt met geestelijke problematiek. Echter heeft het Rijk besloten om deze vorm van hulp juist veel minder subsidie toe te kennen dan nodig is. Dit meldt NOS.
De websites zouden samen miljoenen mensen helpen binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Het aantal hulpzoekenden loopt snel op, onder andere door de lange wachttijden binnen de ggz of omdat cliënten ontevreden zijn over de zorg die zij al ontvangen. Omdat de hulp anoniem is, ligt tevens de drempel lager om daadwerkelijk hulp te zoeken.
Echter dreigt de anonieme zorg in de verdrukking te komen nu er veel minder geld beschikbaar is. De website Grip op je dip denkt 400 minder jongeren te kunnen helpen door de lage subsidie. Ook de website Proud2beme vreest dat de hulpverlening in de problemen komt. Er wordt verwacht dat zo’n 17.00 minder interventies kunnen plaatsvinden. Hierdoor moeten de cliënten worden doorverwezen naar andere hulp, die juist duurder is dan anonieme zorg.
Vraag hulp maar niet te veel
Geld voor de websites is moeilijk te vinden, juist omdat gewerkt wordt met een anoniem karakter. Hierdoor zijn er geen afspraken met zorgverzekeraars, omdat zij niet de naam van diegene krijgen die wordt geholpen. Om dit op te lossen is de subsidie vanuit het Rijk ontstaan. Echter zijn er steeds meer initiatieven die daar een beroep op doen, waardoor het budget sneller op is. Daarnaast vreest het Rijk dat er meer websites komen en de zorgkosten hierdoor omhoog schieten.
De timing van het verlagen van de subsidie is bijzonder slecht met de lancering van de nieuwe campagne om juist hulp te zoeken. “Nu hebben we goede laagdrempelige zorg online en dan gaan we zeggen dat we niet willen dat daar te veel mensen naartoe komen”, aldus hoogleraar eMental Health Heleen Riper. “Die mensen vragen volgens mij niet voor hun plezier hulp.”
Door: Redactie Nationale Zorggids