Het taboe op posttraumatische stressstoornis (PTSS) en psychische klachten in het leger moet doorbroken worden. Dat zegt minister Hennis-Plasschaert van Defensie na een ontmoeting met voormalig militair verpleegkundige Niels Veldhuizen, die een boek heeft geschreven over zijn eigen traumatische ervaringen in Afghanistan waaraan hij PTSS heeft overgehouden. Dit meldt Trouw.
De minister benadrukt dat Defensie al veel doet om militairen met psychische klachten te ondersteunen en hen te stimuleren hun problemen ter berde te brengen. Het boek Oorlog in mijn kop van Veldhuizen ziet Hennis als een belangrijke aanvulling om PTSS verder bespreekbaar te maken.
“Iedereen moet zich heel goed realiseren dat het prima is om erover te praten maar ook dat er enorme risico's zijn als je het wegstopt. Dat is voor mij de leidraad de komende jaren”, aldus de minister. In interviews vertelde Veldhuizen dat hij militairen kent die met hun klachten naar de huisarts gaan in plaats van de militaire arts om te voorkomen dat Defensie weet dat ze problemen hebben en zware medicijnen slikken.
Ongeveer tien procent van de militairen die op een buitenlandse missie zijn geweest, komen terug met psychische klachten. Tien procent van deze groep heeft hulp nodig en in vijf procent van de gevallen is er sprak van PTSS. De meesten reageren goed op behandeling, een tot twee procent houdt blijvende klachten waarvoor langdurige zorg nodig is, zegt Defensie.
© Nationale Zorggids
