Amerikaanse onderzoekers van de universiteit van Michigan legden aan achttien volwassen mensen foto’s en fictieve persoonlijke profielen van honderden mensen voor. De proefpersonen kregen de opdracht om enkele mensen te selecteren waarmee ze wel eens op date zouden willen. Vervolgens ondergingen de proefpersonen een hersenscan. Tijdens de scan kregen ze te horen dat de mensen, die zij geselecteerd hadden voor een date, geen interesse hadden.

De onderzoekers ontdekten dat de chemische stof, die bij fysieke pijn vrijkomt, ook wordt aangemaakt als mensen worden afgewezen. Het resultaat is extra opvallend, omdat de proefpersonen van tevoren al te horen hadden gekregen dat de profielen die ze bestudeerden niet echt waren en dat de afwijzing dus ook niet echt was. Blijkbaar roept een fictieve sociale afwijzing dus al deze reactie op in het brein. Het onderzoek suggereert dat de reeks stofwisselingsprocessen die op gang komt als men fysieke pijn ervaart ook actief wordt als men sociale pijn ervaart.

Overigens blijken de pijnstillende stoffen ook te worden aangemaakt in het brein van proefpersonen die te horen krijgen dat iemand wél interesse in ze heeft. Volgens de onderzoekers is dit logisch, omdat het systeem dat de stofjes aanmaakt niet alleen reageert op pijn, maar ook op plezier.

Het onderzoek kan aanknopingspunten bieden voor verdere studie naar depressies of sociale angststoornissen. Zo is het mogelijk dat mensen die lijden aan een depressie of angststoornis minder goed in staat zijn om in tijden van sociale tegenslagen pijnstillende stoffen in hun brein aan te maken. Hierdoor herstellen ze minder snel van een negatieve sociale ervaring. Bovendien maken ze de de stoffen ook minder goed aan tijdens een positieve ervaring, waardoor ze er minder snel van opknappen.

© Nationale Zorggids