Artsen merken bij meisjes autisme niet of pas veel te laat op. Dit komt doordat de stoornis zich bij meisjes anders en minder opvallend uit dan bij jongens. Klinisch psychologe Annelies Spek van het Centrum voor Autisme Volwassenen van GGZ Eindhoven waarschuwt artsen beter op vrouwelijke signalen van autisme te letten. Dit meldt GGZ Nieuws.
NZG
Autisme valt bij meisjes vaak niet op
-Een kwart van de mensen met een autisme spectrum stoornis (ASS) is vrouw. Bij vrouwen uit de stoornis zich anders dan bij mannen. De verschillen tussen jongens en meisjes met autisme treden, volgens klinisch psychologe Spek, op na de kleutertijd.
Meisjes met autisme trekken zich sociaal gezien minder terug dan jongens met autisme. Zij maken juist wel contact, alleen dan op een claimende, dwingende manier door bijvoorbeeld op een obsessieve manier vragen te stellen. Daarnaast zijn jongens met ASS vaak gefascineerd door een speciaal onderwerp, zoals treinen. “Ze kennen dan hele treinroutes uit hun hoofd,” geeft Spek als voorbeeld. Bij meisjes gaat het eerder om 'gewonere' interesses, zoals dieren en prinsessen. Wel is de hoge intensiteit waarmee zij zich bezighouden met hun interesses en de neiging zich hierin te verliezen kenmerkend voor ASS. “Ze wanen zich altijd de prinses, ook tijdens het eten.”
Doordat meisjes zich minder terugtrekken en hun fascinaties minder afwijkend zijn, komt hun gedrag normaler en minder autistisch over. Meisjes en vrouwen met ASS hebben volgens Spek strategieën aangeleerd om te compenseren voor hun sociale en communicatieve beperkingen. Ook is bij meisjes met ASS vaak sprake van andere psychische klachten die de aanwezigheid van autisme kunnen maskeren. Spek vermoedt dat een aanzienlijk deel van de meisjes met ASS “gemist” wordt doordat leerkrachten op school de problemen niet herkennen. Diagnostiek van ASS van kinderen blijkt vaak op aandringen van een leerkracht te gebeuren. Spek deed onderzoek naar ASS bij meisjes en vrouwen. De resultaten werden gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
© Nationale Zorggids