DEN HAAG (Novum) - Goede voorlichting over euthanasie bij dementie moet voorkomen dat er bij artsen, patiënten en familieleden onduidelijkheid ontstaat over een eventueel zelfgekozen levenseinde. Dat schrijft minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) in een brief aan de Kamer. De discussie over euthanasie bij dementie is de afgelopen weken opgelaaid na een uitzending van het televisieprogramma Zembla.
Het probleem bij de ziekte van alzheimer is dat de patiënt, als de ziekte in een vergevorderd stadium is, niet meer kan aangeven of hij werkelijk wil sterven. Artsen zijn zeer terughoudend om patiënten die niet wilsbekwaam zijn hierbij te helpen. Dit schrijft artsenfederatie KNMP hun ook voor.
Voor patiënten met beginnende dementie die hun leven willen beëindigen als hun ziekte verergert is het zaak om tijdig met een arts te spreken. Die moet uiteindelijk ook vaststellen of sprake is van ondraaglijk lijden.
De wet staat toe dat als een patiënt niet langer in staat is om mondeling te verklaren dat hij wil stoppen met leven, een eerder opgestelde schriftelijke verklaring ook kan volstaan. Hiervoor moeten arts en de patiënt vooraf wel 'meermalen en uitgebreid' hebben gesproken over de overlijdenswens.
Schippers onderstreept het belang van goede voorlichting. KNMG heeft al een document voor artsen en voor patiënten waarin informatie staat over hoe in een vroegtijdig stadium afspraken kunnen worden gemaakt over een euthanasiewens. "Door met elkaar in gesprek te gaan over het levenseinde worden wensen en verwachtingen helder."