AMSTERDAM (Novum) - De psychische gesteldheid van Robert M., de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, wordt nader onderzocht. Dat heeft het hof in Amsterdam donderdag bepaald. De klinische observatie van zeven weken zal plaatsvinden in tbs-kliniek Oldenkotte in Rekken. Om het onderzoek was gevraagd door de verdediging van M.
Volgens M., die terechtstaat voor het misbruik van 67 jonge kinderen, was eerder onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC) niet onafhankelijk. Na drie van de zeven weken stonden de conclusies volgens hem al vast. Daarom hadden hij en zijn advocaten donderdag een onderzoek door het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam of de tbs-kliniek Oldenkotte in Rekken geopperd.
Robert M. kan op korte termijn in Oldenkotte terecht, zo stelt zowel het hof als de verdediging. De advocaten van M. waren op het idee gekomen doordat ook Sietske H. uit het Friese Nij Beets in de Gelderse kliniek was geobserveerd. H. kreeg vorige maand drie jaar cel en tbs voor doodslag en moord op haar vier pasgeboren baby's.
Het OM had zich donderdag op het standpunt gesteld dat aanvullend onderzoek niet nodig was. Als er al aanvullend onderzoek zou plaatsvinden, dan moest dat opnieuw door het PBC gebeuren.
Dat het hof instemt met aanvullend onderzoek buiten het PBC wil M.'s advocaat Tjalling van der Goot geen diskwalificatie noemen. Zijn collega Wim Anker spreekt van een 'zinvolle aanvulling'. M. wil 'vol meewerken' aan het in zijn ogen 'onafhankelijke' onderzoek. Zijn houding is mede ingegeven door het feit dat niet-meewerken behalve een celstraf van achttien jaar ook al tbs opleverde, op advies van het PBC.
Oldenkotte moet ook een oordeel geven over de kans op een succesvolle tbs-behandeling na een lange celstraf. Het hof in Amsterdam reduceerde volgens Anker in een eerdere zaak een straf van 21 jaar plus tbs naar vijf jaar plus tbs.
Als de kliniek in Rekken voorziet dat het rapport van de observatie van M. niet voor half februari gereed is, moet er ambulant onderzoek worden gedaan. Dat gebeurt dan door andere deskundigen in de gevangenis in Vught, waar M. vastzit.
Behalve het aanvullende onderzoek bepaalde het hof ook dat vier rechercheurs moeten worden gehoord over de doorzoeking van de woning van M. en zijn echtgenoot en medeverdachte Richard van O. Volgens de advocaten van M. was de doorzoeking, die plaatsvond op de avond in december 2010 waarop de zaak aan het rollen kwam, onrechtmatig.
De rechters bepaalden verder dat de zaak tegen M.'s echtgenoot en medeverdachte Richard van O. tegelijkertijd wordt behandeld. De verdediging had betoogd dat de zaak tegen Van O. 'onvoldoende samenhang' vertoonde met die tegen zijn echtgenoot. Hij dreigde volgens zijn advocaat te worden 'meegezogen' in de zaak tegen M.
Van O. wordt verdacht van het plegen van ontuchtige handelingen met een 15-jarige jongen. Door de rechtbank werd hij in mei als medeplichtig gezien aan het misbruik dat werd gepleegd door M. Hij zou vanaf het begin in 2006 hebben geweten van de aard en omvang van het misbruik.
Richard Korver, die de ouders van 47 slachtoffers bijstaat, had donderdagochtend gevraagd om de psychiatrische en psychologische rapporten over M. Deze rapportages zouden de ouders en, op latere leeftijd, ook de slachtoffers inzicht kunnen geven hoe M. tot het misbruik kon komen. Het hof besloot daarop dat deze stukken in verband met de privacy van de verdachte niet aan de ouders worden verstrekt.
Ook in hoger beroep bekijken de rechters foto's en video's van het misbruik door M. Justitie had laten weten die opnieuw te willen laten zien. De drie rechters bekijken de beelden in de raadkamer, zonder dat justitie en de verdediging daarbij aanwezig zijn.
De inhoudelijke behandeling van de zaak vindt naar verwachting in maart plaats. In februari moeten M. en Van O. nog een keer verschijnen voor een pro-formazitting.