Tussen 7 tot en met 13 juni 2021 overleden naar schatting iets meer dan 2.800 mensen. Dat zijn ongeveer vijftig sterfgevallen meer dan verwacht voor deze periode en bijna tweehonderd minder dan in de week ervoor. In de leeftijdsgroep 65 tot 80 jaar was net als de week ervoor oversterfte. Dit meldt het CBS.
Van half september tot en met half februari was de wekelijkse sterfte hoger dan verwacht. Tot half januari was er oversterfte. In de weken erna was er geen oversterfte en schommelde de sterfte rond de verwachte aantallen voor die periode. In de laatste week van april was er kort sprake van oversterfte, maar daarna nam de sterfte verder af. In de eerste week van juni was er opnieuw oversterfte. De schatting in week 23 ligt ongeveer 50 sterfgevallen boven de verwachting en binnen het interval van gewoonlijke fluctuaties. Het RIVM registreerde 17 overleden coronapatiënten in week 23.
Sterfte bij Wlz-zorggebruikers en overige bevolking afgenomen
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg nam op basis van de schatting af in week 23. Sinds de laatste week van februari lag de sterfte in deze groep steeds onder de verwachte sterfte. In week 22 lag de sterfte boven verwacht, maar wel binnen het interval van gewoonlijke fluctuaties. In week 23 ligt de sterfte weer onder verwacht.
De sterfte onder de overige bevolking nam op basis van de schatting ook af in week 23 en ligt binnen het interval. Vanaf de eerste week van april tot aan week 20 en in week 22 was er oversterfte in de overige bevolking. Er overleden in week 23 ruim 950 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. In de overige bevolking overleden ongeveer 1 850 mensen.
Door: Nationale Zorggids