Normal_normal_rolstoel_

In de afgelopen drie jaar is het aandeel van de instellingszorg in de langdurige zorg gedaald. Het aandeel cliënten in de instellingszorg binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) was in 2017 nog 78 procent, in 2019 is dat 72 procent. Deze daling is in lijn met het landelijke beleid om mensen langer thuis te laten wonen. Dat blijkt uit onderzoek van Vektis naar zorg in gemeenten. Dit meldt Vektis. 

De uitgaven voor instellingszorg zijn in 2019 met ruim 76 duizend euro per persoon, ruim 3 keer zo hoog als de uitgaven van langdurige zorg thuis. Wanneer mensen meer zorg thuis ontvangen, dan worden de uitgaven voor de Wlz beperkt. In Nederland ontvangen 317.000 mensen langdurige zorg, hiervan zijn 220.000 mensen 65 jaar of ouder.

Regionale verschillen aandeel Wlz

Als de uitgaven uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wlz bij elkaar opgeteld worden, dan is de Wlz goed voor ongeveer 28 procent van de uitgaven in 2016. In 2018 is dit 30 procent. In 2018 zijn de uitgaven voor de Zvw 44 miljard euro en voor de langdurige zorg 19 miljard euro.

Tussen gemeenten onderling zijn er grote verschillen. De aanwezigheid van een groot verpleeghuis of een grote zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten zorgt er bijvoorbeeld voor dat het percentage langdurige zorg in verhouding veel groter is dan in andere gemeenten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de gemeente Baarn, waar bijna 65 procent van de uitgaven naar de Wlz gaan. Op Schiermonnikoog is dat slechts 4 procent.


Door: Nationale Zorggids