Minder basisartsen kiezen voor een opleiding tot specialist buiten het ziekenhuis. Dit heeft gevolgen voor onder meer de huisartsenzorg, langdurige zorg en publieke gezondheidszorg. Daarom roept de SBOH in een brief aan informateur Ronald Plasterk op om de instroom van artsen in opleiding te verbeteren. Dit meldt Skipr.
In Nederland zijn er al flinke tekorten aan huisartsen en specialisten oudergeneeskunde, maar ook zijn er niet genoeg jeugdartsen, vertrouwensartsen, verslavingsartsen en artsen verstandelijk gehandicapten. Belangrijke redenen voor basisartsen om niet voor een vervolgopleiding te kiezen zijn de hoge werkdruk en het salaris. Hierdoor hebben niet alle patiënten een (vaste) huisarts en komen de basisvoorzieningen van de publieke gezondheidszorg in gevaar, schrijft SBOH-bestuursvoorzitter Marlies Telgenkamp.
Te lage instroom
“De daadwerkelijke instroom van artsen die kiezen voor een geneeskundig specialistische opleiding buiten het ziekenhuis blijft significant achter op de instroomadviezen van het Capaciteitsorgaan en de aantallen die door het ministerie van VWS beschikbaar zijn gesteld.” Geneeskundestudenten en basisartsen moeten meer geprikkeld worden en weloverwogen keuze moeten kunnen maken om te kiezen voor een beroep buiten het ziekenhuis. In de basisopleiding moet daarnaast meer aandacht komen voor extramurale artsenberoepen.
Beter salaris
Ook zou er iets aan het salaris gedaan moeten worden, omdat extramurale vervolgopleiding hierdoor minder aantrekkelijk zijn. Hiervoor met het ministerie van Volksgezondheid extra geld beschikbaar stellen, vindt de SBOH. Het zou gaan om ongeveer 50 miljoen euro op jaarbasis, uitgaande van het aantal AIOS’en.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky