Dit jaar is de sterfte aan de gevolgen van COVID-19 verder afgenomen, meldt CBS. In de eerste zeven maanden van 2023 stierven zo’n 2.000 mensen aan de gevolgen ervaren en dat neemt steeds verder af. Het totaal aantal sterfgevallen is dit jaar nog wel hoger dan verwacht zónder coronapandemie, aldus CBS.
Sterfte aan de gevolgen van een val, ziekten van ademhalingsorganen en dementie waren in 2022 naar verhouding hoger dan in de coronajaren 2020 en 2021. Deze trend lijkt door te zetten dit jaar.
Coronasterfte en oversterfte
In de eerste zeven maanden van 2023 lag het aantal sterfgevallen 7.000 hoger dan verwacht dan wanneer er geen coronapandemie zou zijn geweest. De oversterfte was hoger dan de 2.000 coronadoden in de eerste zeven maanden van dit jaar. Dit geldt ook voor 2022, waarbij er sprake was van een oversterfte van 14.500, met 8.200 coronadoden. In 2023 is de totale sterfte, en de samenhang met oversterfte, verder afgenomen.
Meest voorkomende doodsoorzaken
In 2022 halveerde het aandeel overledenen door corona ten opzichte van 2021. Tegelijkertijd nam juist het aandeel overlijdens door longontstekingen of COPD toe en ook het aantal sterftes door dementie nam in aandeel toe, net als het aandeel overlijdens aan een accidentele val.
De afgelopen drie jaar waren dementie, beroerte, hartfalen, longkanker, corona, COPD, borstkanker, prostaatkanker, accidentele val, ischemische hartziekten, dikkedarm-/rectumkanker en longontsteking de meest voorkomende (onderliggende) doodsoorzaken. Deze waren gezamenlijk verantwoordelijk voor zo’n 50 procent van alle overlijdens.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky