Nieuwe vergoedingsbedragen voor medische vervolgopleidingen
De nieuwe Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen is gepubliceerd op het documentenplatform van de NZa. Deze beleidsregel geldt voor subsidiejaar 2021 en gaat in op 1 januari 2021. In de beleidsregel zijn de nieuwe vergoedingsbedragen voor de (medische) vervolgopleidingen tot huisarts, specialist ouderengeneeskunde en arts voor verstandelijk gehandicapten opgenomen. Ook komt de verslavingsarts KNMG vanaf 2021 in aanmerking voor een beschikbaarheidbijdrage voor de opleidingskosten. Dit meldt de NZa.
 
Vanaf 2021 bepaalt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de hoogte van de vergoedingsbedragen voor drie opleidingen die onder centraal werkgeverschap van de SBOH vallen op basis van een eigen kostenonderzoek. Dit zijn de opleidingen tot huisarts, specialist ouderengeneeskunde en arts voor verstandelijk gehandicapten. De beschikbaarheidbijdrage hoort gemiddeld genomen een kostendekkende vergoeding te zijn. Daarom herijkt de NZa de vergoedingsbedragen periodiek. Voor de specialist ouderengeneeskunde en de arts voor verstandelijk gehandicapten stijgen de vergoedingsbedragen licht (met minder dan 1 procent). De totale bijdrage aan de SBOH voor de opleiding tot huisarts daalt naar verwachting met ongeveer 3 à 4 procent.
 

Verslavingsarts

Met ingang van 1 januari 2021 komt de opleiding tot verslavingsarts KNMG in aanmerking voor een beschikbaarheidbijdrage. De SBOH is aangemerkt als werkgever voor verslavingsartsen in opleiding. SBOH wordt verantwoordelijk voor de aanvragen tot verlening en vaststelling van de  beschikbaarheidbijdrage voor de verslavingsarts. In het kostenonderzoek naar de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen ggz, dat vorig jaar is afgerond, is al een vergoedingsbedrag berekend voor de verslavingsarts.
 

Tijdig indienen aanvraag tot verlening

Vóór 1 oktober 2020 dienen opleidende zorgaanbieders hun aanvraagformulier voor de verlening van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2021 in bij de NZa. Nieuw dit jaar is dat de NZa aanvragen die op of na 1 oktober 2020 ingediend worden wel in behandeling neemt tot het einde van het subsidiejaar. De consequentie van later aanvragen dan 1 oktober 2020 is dat een opleidende zorgaanbieder niet voor bevoorschotting in aanmerking komt. Het blijft daarom belangrijk dat zorgaanbieders hun aanvraag voor de beschikbaarheidbijdrage op tijd bij de NZa indienen.
 
 
Door: Nationale Zorggids