Gemeenten moeten reële tarieven bieden, gebaseerd op de cao-VVT en de loonstijgingen die daarin zijn afgesproken, bij het inkopen van zorg in het kader van Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). In een zaak die was aangespannen door Thuiszorg Gooi en Vechtstreek Services (TGVS) en branchevereniging ActiZ oordeelde de rechter dat acht Gooische gemeenten te lage tarieven hanteerden. Reële tarieven zijn nodig om medewerkers te kunnen betalen volgens de cao. TGVS bood inwoners van de Gooische gemeenten huishoudelijke hulp die was ingekocht door gemeenten. Dit meldt ActiZ.
Het hanteren van reële tarieven is vastgelegd in de Algemene Maatregel van Bestuur Reële Tarieven Wmo. In deze zaak oordeelde de rechter dat de gemeenten zich niet hielden aan de AMvB. Daarmee is deze zaak volgens ActiZ landelijk van belang en biedt het zorgorganisaties richting in de afspraken die ze maken met gemeenten.
Cao-VVT loonstijgingen zijn leidend voor het tarief en de indexatie
ActiZ is verheugd dat het Gerechtshof heeft geconcludeerd dat het Wmo-tarief moet worden aangepast aan de loonstijgingen volgens de cao-VVT. De zorgaanbieders van Hulp bij het Huishouden (HbH) zijn bij deze cao aangesloten. De rechter oordeelde dat het tarief niet moet worden gebaseerd op gemiddelde loonstijgingen zoals vastgesteld door het CBS, maar op de afspraken in de geldende cao. Ook moeten gemeenten rekening houden met eisen die gemeenten zelf in het verleden hebben gesteld ten aanzien van de beloning voor medewerkers die Hulp bij het Huishouden bieden.
TGVS legde de zaak samen met ActiZ voor aan de rechter nadat de landelijke Regiegroep niet tot een eensluidende conclusie kwam en het ministerie van VWS, dat deel uitmaakte van de Regiegroep, daarop geen aanleiding zag in te grijpen. Klik hier voor de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Door: Nationale Zorggids