Baby’s hebben steeds vaker een moeder van 35 jaar of ouder. In 2015 werden per duizend 35- tot 40-jarige vrouwen 68 kinderen geboren, in 2000 waren dat er 57. Vaker dan voorheen gaat het daarbij om een eerste kind. Dat meldt CBS.
In 2015 werden er relatief weinig kinderen geboren, bijna 171.000. Begin deze eeuw waren dat er nog ruim 200.000. De daling komt niet alleen doordat er nu minder vrouwen in de vruchtbare leeftijd zijn, maar ook doordat deze vrouwen minder kinderen krijgen. In 2015 zijn er ruim 45 kinderen per 1 000 vrouwen geboren, vijftien jaar geleden waren dat er 52.
Jonge vrouwen kregen minder vaak een kind, terwijl 35-plusvrouwen juist naar verhouding meer kinderen kregen. De toename is het grootst bij vrouwen van 35 tot 40 jaar, van 57 kinderen per duizend vrouwen in 2000 naar bijna 68 per duizend in 2015. Van alle in 2015 geboren kinderen had ruim 24 procent een 35-plusmoeder. Dit percentage benadert het niveau van begin jaren vijftig. In 1950 had bijna 27 procent van de pasgeboren kinderen een moeder van deze leeftijd. Dit daalde tot onder de 6 procent in de jaren zeventig, om vervolgens weer te stijgen.
In de jaren vijftig waren de gezinnen groter en kregen vrouwen na hun 35ste relatief vaak nog een vierde of volgend kind. Het aandeel eerste kinderen was toen met 7 procent relatief laag. Tegenwoordig beginnen vrouwen gemiddeld later aan kinderen. In 2015 kreeg 29 procent van de 35-plusmoeders een eerste kind. Vooral vrouwen van 35 tot 40 jaar worden nu veel vaker dan in 1950 voor het eerst moeder, met 19 tegenover negen op de duizend vrouwen.
Door: Redactie Nationale Zorggids