Hulpverleners binnen de jeugdzorg schuiven verantwoordelijkheden af op elkaar en zien collega’s als incompetent. Dat blijkt uit onderzoek van Fontys Hogeschool die onderzoek deed naar jeugdzorg in zes gemeenten in Brabant. Het gebrek aan regie, de wil om samen te werken en een duidelijke structuur zorgen er voor dat het kind en zijn of haar behoeften uit het oog verdwijnen. Dit meldt Trouw.
Drie jaar lang waren de onderzoekers aanwezig bij meer dan honderd besprekingen over individuele kinderen. Uit die gesprekken kwamen de problemen tussen verschillende zorgprofessionals naar voren. Zo zou niet iedere wijkverpleegkundige de problemen juist in kaart brengen en is niet altijd duidelijk wie welke taak heeft. Zo komen de professionals lang niet altijd uit de jeugdzorg, voordat zij hun huidige functie betraden na de decentralisatie in 2015. Iemand die voorheen alleen schuldhulp bood, moet nu ook het risico op kindermishandeling inschatten. In dit soort situaties kunnen belangrijke signalen over het hoofd worden gezien of het traject naar passende hulp vertraging oplopen.
De bezuinigingen in de wijkverpleging dragen ook bij aan de twijfels onder het personeel. “Het is knap lastig om aan te geven dat je iets nog niet kan, weet of durft als je niet zeker bent van je baan en je ook niet altijd houvast vindt bij collega’s en collega-instellingen”, stellen de onderzoekers. Daar komt bij de wijkteams een hoge werkdruk kennen en er te weinig tijd is om alle casussen voldoende te bespreken tijdens de vergaderingen. Die lopen volgens de onderzoekers chaotisch en daarbij zouden de hulpverleners de behoeften van de kinderen uit het oog verliezen.
Door: Redactie Nationale Zorggids
Dit is niet alleen een structureel probleem in Brabant, helaas. Overal in Nederland faalt de jeugdhulpverlening. Al in 2013, toen de transitie in de jeugdzorg werd aangekondigd riep ik al dit gaat een fiasco worden.