Normal_internationaal_kinderen_buitenland_allochtoon_2

Jeugdgezondheidszorgorganisaties leveren over het algemeen goede zorg. Wel zijn nog verbeteringen nodig op een aantal onderdelen van de zorg. Dat geldt onder andere voor het in beeld hebben en bereiken van bijzondere groepen kinderen. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg naar de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg (JGZ).

In het onderzoek richtte de inspectie zich op verschillende onderdelen van de zorg: bereik, contactmomenten, psychosociale problematiek, kindermishandeling, overgewicht, volgen of geboden hulp het gewenste effect heeft en opschaling bij het vastlopen van samenwerking en ketenzorg. De inspectie concludeert dat de 49 JGZ-organisaties op de meeste van deze punten goede zorg leveren. Voor gemeenten is dat belangrijk in de aanloop naar de transitie en transformatie van de jeugdhulp richting de gemeenten per 1 januari 2015. De inspectie adviseert de gemeenten de JGZ daar voldoende bij te betrekken.

Ondanks het positieve beeld van de kwaliteit van zorg op de meeste punten, is op een aantal onderdelen van de zorg verdere verbetering nodig. Hoewel de JGZ-organisaties het overgrote deel van de kinderen in beeld hebben, scoren veel JGZ-organisaties een onvoldoende op het in beeld hebben en bereiken van bijzondere groepen kinderen, zoals kinderen die illegaal in Nederland zijn, tijdelijk op een ander adres wonen of kinderen van expats. Ook het signaleren van afwijkingen en trends, en het vergelijken van gegevens moet beter. Door dat te doen, maken organisaties werk van hun preventieve en adviserende rol. Een ander punt waarop verbetering nodig is heeft te maken met de reguliere momenten waarop kinderen opgeroepen worden door de JGZ, bijvoorbeeld bij het consultatiebureau of de schoolarts. Daarvoor bestaat een richtlijn die zorgt dat de JGZ alle kinderen van 0-19 jaar ziet op bepaalde momenten die voor de ontwikkeling belangrijk zijn.

Organisaties gaan hier, in sommige gevallen op verzoek van gemeenten, steeds flexibeler mee om. Soms wijken ze af van die vastgestelde contactmomenten zonder toestemming van de IGZ. Hoewel in de meeste gevallen nog steeds voldaan wordt aan de door de IGZ gestelde randvoorwaarden, bestaat de kans dat kinderen buiten beeld gaan raken of niet de zorg zouden krijgen die ze nodig hebben. Tijdens het onderzoek trof de inspectie nergens zorg aan die direct ingrijpen of zware maatregelen vereiste. Wel legde de inspectie verbetermaatregelen op aan JGZ-organisaties die nog niet aan alle normen voldeden. Wanneer zij binnen de gestelde termijnen niet aan de normen voldoen, zal de IGZ handhavend optreden.

© Nationale Zorggids