(Novum) - Kinderen die hun moeder verliezen gaan relatief vaker naar een pleeggezin of tehuis dan wanneer hun vader overlijdt. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag. Gemiddeld werden tussen 1995 en 2011 jaarlijks 6400 kinderen halfwees. Dat aantal is in die periode licht gedaald.
Na het overlijden van de vader woonde eind 2011 ongeveer driekwart van de halfwezen bij hun alleenstaande moeder. Dit aantal is lager bij het overlijden van de moeder. Eind 2011 woonde slechts 64 procent van de halfwezen bij de vader na de dood van hun moeder. Kinderen gaan dan vaker naar een pleeggezin, tehuis of wonen zelfstandig.
Bij niet-westerse allochtonen is het contrast nog groter. Wanneer enkel de vader overlijdt blijven de minderjarige kinderen in bijna negentig procent van de gevallen bij hun alleenstaande moeder wonen. Wanneer de vader overlijdt blijft slechts vijftig procent van de halfwezen bij de alleenstaande vader wonen. Niet-westerse vrouwen krijgen relatief zelden een nieuwe partner, zodat halfwezen vaker met hun moeder blijven wonen, aldus het CBS.
Als een minderjarig kind een of beide ouders verliest gebeurt dat in de helft van de gevallen in de puberteit. In tweederde van de gevallen gaat het om de vader. In een op de vijf gevallen worden kinderen wees of halfwees tijdens de eerste zes levensjaren.