Tijdens de coronapandemie voelden kinderen en jongeren zich angstiger en somberder. Dit blijkt uit onderzoek van een Nederlands consortium in 2020. Projectleider Tinca Polderman en onderzoeker bij Kinder- en jeugdpsychiatrie van Amsterdam UMC: “De data geven aan dat meer jongeren ondersteuning of behandeling nodig hebben.” Dit meldt het Amsterdam UMC.
Ouders van kinderen van 8 tot 18 jaar vulden vóór de pandemie en in april en november 2020, tijdens de pandemie, vragenlijsten in over hun mentale gezondheid. “We zien een duidelijke toename van angst en somberte bij kinderen en jongeren tijdens de start van de pandemie”, aldus mede-projectleider Meike Bartels van het Nederlands Tweelingen Register (NTR). “Gelukkig werd dit minder gedurende 2020, maar vergeleken met data vóór de pandemie, die het NTR jaarlijks verzamelt, hebben ze nog steeds meer problemen. Als deze tendens aanblijft, dan hebben deze jongeren mogelijk professionele zorg nodig. De zorg voor jongeren moet dus rekening houden met nog aanhoudende verhoogde druk.”
Druk op psychische zorg
Het percentage van de jongeren met ernstige psychische klachten was aan het begin van de pandemie zelfs verdubbeld. Dit daalde weer tegen het eind van 2020 naar anderhalf keer zo hoog, maar het blijft zorgwekkend. Arne Popma, hoogleraar Kinder- en jeugdpsychiatrie en betrokken bij het onderzoek: “Dit verklaart mede de druk op de jeugd-ggz die we al langere tijd zien. Dit komt dus niet alleen door een tekort aan personeel of beschikbaar budget, de zorgbehoefte bij jongeren is ook daadwerkelijk toegenomen."
In gesprek blijven met kinderen
Ouders van kinderen die reeds mentale zorg krijgen vulden ook de vragenlijsten in. Opmerkelijk is dat zij geen toename van angst en somberte zien bij hun kinderen, terwijl deze kinderen dit zelf wél rapporteerden. Polderman verklaart: “Bij angst en somberte raken kinderen naar binnen gekeerd, ze laten bijvoorbeeld geen woede-uitbarstingen zien. Mogelijk is dat de reden dat ouders de problemen niet opmerken.” Popma vult aan: “Daarom is het ook zo belangrijk om met kinderen in gesprek te blijven. Om door te vragen of het echt goed gaat. Of om je als volwassene kwetsbaarder op te stellen en te laten zien dat je over problemen kunt praten.”
Zorg op maat
Als vervolgstap wil het consortium onderzoeken of er specifieke groepen zijn die meer of minder problemen ervaren, en kijken of er sekse- of leeftijdsverschillen zijn. “Met deze kennis is het mogelijk de zorgtrajecten specifieker te maken en zo de juiste behandeling bij het juiste kind te krijgen”, aldus Polderman.
De projectleiders benadrukken tenslotte dat het met de meeste kinderen in Nederland gelukkig goed gaat. Zij hebben misschien wel last gehad van de covid-19 pandemie maar pakken de draad ook weer op, of maken er gewoon het beste van, aldus de onderzoekers.
Door: Nationale Zorggids