De wetenschappers onderzochten specifiek het hormoon oestradiol, verwant aan het bekendere oestrogeen, bij vrouwen die nog niet in de overgang zaten. Dit hormoon, voornamelijk aanwezig tijdens de vruchtbare jaren van de vrouw, speelt ook een rol bij het ontstaan van serotonine, het stofje dat meespeelt bij depressies. 

 

De onderzoekers kwamen erachter dat hoe langer vrouwen oestradiol produceerden, des te kleiner de kans op depressieve klachten werd. Andersom was het zo, dat hoe eerder vrouwen in de overgang kwamen des te meer kans zij liepen op het ontwikkelen van depressieve klachten. Dat gold ook voor vrouwen die tijdens hun vruchtbare periode minder menstruatiecyclussen doormaakten. Langdurig gebruik van de pil daarentegen kon zorgen voor minder kans op depressie.