Normal_hersenen_8777

Mensen met afasie, een taalstoornis als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kunnen beter geholpen worden met therapieën waarin begrijpelijke, directe taal wordt gebruikt. Dat is de conclusie uit een onderzoek van Laura Bos en Rimke Groenewold, die op 22 januari promoveren aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In Nederland zijn er ongeveer 30.000 mensen met afasie. Vaak hebben zij moeite met het verwerken van grammaticaal complexe zinnen en woordvinding. Roelien Bastiaanse, de promotor van Bos en Groenewold, is hoogleraar neurolinguïstiek en gespecialiseerd in afasie. Zij onderstreept het belang van beide promoties. 'Groenewold en Bos hebben allebei geprobeerd te doorgronden hoe taal ligt opgeslagen in de hersenen. Dat is uiterst belangrijk, omdat je alleen therapie kunt geven als je weet hoe taal in ons hoofd zit.'

Groenewold deed onderzoek naar de verwerking van zinsconstructies in de zogenoemde directe rede, zoals bijvoorbeeld ‘Jan zei: “ik moet gaan”’in plaats van ‘Jan zei dat hij moest gaan’. Volgens Groenewold blijken patiënten met afasie vaker gebruik te maken van de directe rede dan mensen zonder afasie. Bovendien blijkt dat taalgebruik in de directe rede beter wordt begrepen dan indirect taalgebruik. Dit geldt voor mensen met én zonder afasie. Groenewold pleit op basis van haar onderzoek voor frequenter gebruik van de directe rede in communicatie met afasiepatiënten.

Laura Bos richtte zich in haar onderzoek op werkwoorden die naar de verleden tijd verwijzen. Voor mensen met afasie zijn werkwoorden vaak lastig, terwijl die juist een belangrijke rol spelen in de communicatie. Bos heeft vooral de Past Discourse Linking Hypothesis getoetst, opgesteld door Bastiaanse en collega’s. Volgens deze hypothese is verwijzing naar het verleden moeilijker dan verwijzing naar het heden, omdat er dan naar een activiteit vóór het moment van spreken verwezen wordt. Bos denkt dat haar onderzoek kan bijdragen aan de interpretatie van afasietesten en het ontwikkelen van nieuwe therapiematerialen. 'Voor communicatie is begrijpelijke en informatieve taal belangrijk. Werkwoorden zijn nu een belangrijke focus van afasietherapie. Ik denk dat de diversiteit aan werkwoorden die de juiste betekenis dragen meer aandacht zou moeten krijgen dan de correcte vervoeging van werkwoorden.'

© Nationale Zorggids