Kindermishandeling is lang niet altijd zichtbaar. Toch overkomt het 1 op de 30 kinderen in Nederland. In de Week tegen Kindermishandeling vragen kinderartsen aandacht voor dit onderwerp. "Maak het, hoe moeilijk ook, bespreekbaar." Dat meldt het Erasmus MC.
Met het ‘Goofyteam’ van het Erasmus MC Sophia werken kinderartsen Patrycja Puiman en Marjo Affourtit aan signalering van alle vormen van kindermishandeling.
Puiman: "Kinderen worden naar ons verwezen met letsel, maar soms wordt kindermishandeling ook bij toeval ontdekt bij lichamelijk onderzoek. Bijvoorbeeld ongebruikelijke blauwe plekken of baby’s die op de ICK belanden met een hersenbloeding wat later door mishandeling blijkt te komen. Wij worden gebeld om als team van kinderartsen, psychologen en medisch maatschappelijk werkers naar de zaak te kijken en advies te geven. Bij seksueel misbruik zijn vaak ook forensisch artsen en de zedenrecherche betrokken."
Objectief
Belangrijk bij kindermishandeling is om de situatie zo objectief mogelijk te benaderen, vertelt Puiman. "Als arts in opleiding leer je dat het verhaal van de ouders de waarheid is. Maar bij kindermishandeling ligt dat anders en is het verhaal niet altijd betrouwbaar. Daarom moet je alert zijn en je afvragen of het letsel of de klacht past bij het verhaal van de patiënt. Blauwe plekken bij baby’s moet je bijvoorbeeld nooit zomaar accepteren, en een verwonding zonder verhaal of kinderen waarbij lang is gewacht met medische hulp zoeken kan een signaal zijn. Om professionals te ondersteunen in het signaleren hebben we vier screeningsvragen geformuleerd die nu standaard gebruikt worden op de spoedeisende hulp."
Door: Nationale Zorggids