Normal_pexels-pixabay-40568

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) van het ministerie van Volksgezondheid heeft als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Hiervoor zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie en een aantal grote partijen in de zorg. Inmiddels is het zorgakkoord ondertekend door onder meer overkoepelende organisaties van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg. Een hele belangrijke partij, de Landelijke Huisartsen Vereniging, weigert vooralsnog te ondertekenen. Waarom? Daarvoor moeten we eerst uitleggen wat er in het Integraal Zorgakkoord staat.

De (para)medische, verpleegkundige en gemeentelijke zorg staat onder druk. De kwaliteit van de zorg staat onder druk. En ook de zorgprofessionals hebben het zwaar. Niets doen, zou betekenen dat de zorg vastloopt. De ambitie van het Integraal Zorgakkoord is om de zorg voor iedereen toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden. Daarbij staan de volgende opgaven centraal: het waarborgen van een gelijke toegang tot zorg van goede kwaliteit voor álle groepen in de samenleving, het inzetten op gezondheid en welzijn door middel van (wijkgerichte) preventie en ondersteuning, het afremmen van medicalisering en het optimaal inzetten van de beschikbare capaciteit in de zorg. Ook noemt het zorgakkoord het verminderen van administratieve lasten, het behouden van de beschikbare zorgprofessionals door het werkplezier te vergroten en zeggenschap te creëren.

Passende zorg staat centraal

Met de afspraken die in het zorgakkoord staan, willen de ondertekenaars invulling geven aan deze ambities: er wordt meer ingezet op passende zorg, waarbij de overheid kaders opstelt voor pakketbeslissingen, indien nodig pakketkeuzes maakt en de regie voert op de transformatie en communicatie hierover. Er komen afspraken over risicoverevening, dure geneesmiddelen en een beheersbaar en efficiënt landschap van kwaliteitsregistratie.

Voor de uitvoering van passende zorg is regionale en lokale samenwerking nodig. Het is de bedoeling dat regionale partijen de regiobeelden en regioplannen maken. Zorgpartijen en de overheid moeten verder kijken dan het eigen belang. De concentratie en spreiding van medisch specialistische zorg gaat in de versnelling, zodat zorg dichtbij huis kan worden verleend wanneer het kan en hooggespecialiseerde complexe zorg verder van huis ligt.

Eerstelijnszorg

Huisartsen en wijkverpleegkundigen hebben steeds vaker te maken met thuiswonende ouderen met complexe zorgvragen. Het Integraal Zorgakkoord moet ervoor zorgen dat de eerstelijnszorg blijvend beschikbaar is voor iedereen. Daarbij moeten zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken maken over het verminderen van de werkdruk door meer in te zetten op digitale zorg. Ook is er in de afspraken aandacht voor ‘Meer tijd voor de patiënt’.

Ggz, huisartsen en sociaal domein gaan meer samenwerken

Het is druk in de ggz, huisartsenzorg en het sociaal domein. Dit komt door een groeiende groep mensen met psychische klachten die niet meer rechtstreeks in de ggz terechtkan. De wachtlijsten daar zijn lang en daardoor belanden mensen met complexe psychische problemen eerst bij de huisarts. Volgens de ondertekende partijen van het IZA is meer samenwerking nodig zodat ook deze vorm van zorg dichtbij geleverd kan worden, digitaal en via zelfhulpmodules. Belangrijk hierbij is dat hulp zo vroeg mogelijk wordt geleverd, om erger te voorkomen.

Financiële afspraken

Er zijn financiële afspraken gemaakt om de zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden. Hierbij sluit de beschikbare groei per sector aan bij het beleid en de doelen uit het akkoord. Dit moet zorgen voor minder groei in de medisch-specialistische zorg en ggz en meer groei in de eerstelijnszorg. Er wordt 2,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de transformatie, naast specifieke investeringsmiddelen. En omdat de zorg vraagt om een marktconforme loonontwikkeling die zorgaanbieders moeten kunnen betalen, zijn er afspraken gemaakt om de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (OVA) door te vertalen in de afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

Ook zijn er afspraken gemaakt op het gebied van gezond leven en preventie, arbeidsmarkt, digitalisering en gegevensuitwisseling en contractering van zorg. De samenvatting van het Integraal Zorgakkoord lees je hier.

Waarom ondertekenen huisartsen niet?

Op vrijdag 16 september 2022  hebben ActiZ, De Nederlandse ggz, Federatie Medisch Specialisten, InEen, Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland, ZorgthuisNL en Zorgverzekeraars Nederland het Integraal Zorgakkoord ondertekend.

Een belangrijke partij die in deze lijst mist, is de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV). Die houdt voet bij stuk en ondertekent pas als er binnen drie maanden wordt voldaan aan belangrijke randvoorwaarden. De huisartsen vinden dat de afspraken in het IZA kunnen helpen om de grote problemen in de huisartsenzorg aan te pakken, maar hebben onvoldoende vertrouwen in de naleving van deze afspraken door zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Daarom willen ze uiterlijk 1 oktober van de NZa weten wat de ANW-tarieven (voor avond-, nacht-, en weekenddiensten) worden per 1 januari 2023. Dat is volgens LHV nodig om de acute zorg ook tijdens die momenten te garanderen. Verder willen ze binnen 3 maanden van zorgverzekeraars zien dat zij huisartsen de mogelijkheid bieden voor ‘Meer tijd voor de patient’. Dat moet vastgelegd staan in alle zorgcontracten.

Vrije artsenkeuze

Verpleegkundigenvereniging V&VN, ActiZ, FNV, NU’91, KNMG en MIND weigerden eerder het zorgakkoord te ondertekenen. Zo was MIND van mening dat de rechten van patiënten en burgers onder druk komen te staan door de inperking van de vrije artsenkeuze en de onvoldoende garanties die zijn ingebouwd voor de bescherming van persoonsgegevens. NU'91 vond dat er te weinig financiële ruimte was ingebouwd om de lonen in de zorg te kunnen verhogen en er te weinig aandacht was voor verlichting van de werkdruk voor zorgprofessionals. Net als de huisartsen, eiste ActiZ meer garanties en randvoorwaarden. De grootste sector in de zorg – de ouderenzorg – kon het zorgakkoord pas steunen als de uitvoerbaarheid van de afspraken ook in 2023 gegarandeerd was.

Inmiddels steunt een merendeel van de tegenstanders nu toch het zorgakkoord, maar het ministerie van Volksgezondheid is er nog niet.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
Bronnen: Rijksoverheid, LHV, ANP