Door de coronamaatregelen hebben bijna 4 op de 10 zzp’ers in de zorg te maken met teruglopende inkomsten. Ondanks de quarantaineregels, de uitgestelde zorg en een tijdelijk verbod op medische contactberoepen overwegen weinig zelfstandige zorgverleners te stoppen als zzp’er. Slechts 6 procent denkt erover na: veel minder dan in andere onderzochte branches. Dit meldt Knab.
Verpleegkundigen, fysiotherapeuten, maar ook GGD-medewerkers en ambulancepersoneel: in de zorg werken ruim 160.000 zzp’ers. Het percentage zelfstandigen dat door corona minder verdient, ligt met 37 procent dicht bij het gemiddelde van alle branches. In de horecabranche (85 procent) en in de cultuursector (78 procent) ligt dit percentage veel hoger. Zzp'ers in de bouw komen er relatief gezien het beste vanaf. Van hen geeft 26 procent aan minder te verdienen door de maatregelen.
Liever in loondienst dan omscholen
Ruim 90 procent van de ondervraagde zzp’ers in de zorg voelt er niks voor om zich om te laten scholen vanwege corona. Binnen de sector is de animo om in loondienst te gaan veel groter. 17 procent van de zelfstandige zorgmedewerkers overweegt dit.
Aangewezen op onbekende bijstandsregeling
1 op de 12 zorg-zzp’ers verdient door de coronamaatregelen minder dan het sociaal minimum van € 1.078 per maand. Deze zelfstandige zorgmedewerkers kunnen in aanmerking komen voor de versoepelde bijstandsregeling voor zelfstandigen (Bbz).
Bbz
Bbz is een gemeentelijke regeling die kijkt naar de levensvatbaarheid van de onderneming en in sommige gevallen naar het vermogen van de zzp’er. Alle gemeenten bepalen hun eigen aanpak. Het duurt soms weken voordat de zzp’er de steun krijgt waar hij of zij recht op heeft.
Zo’n 12 procent van alle ondervraagde zzp’ers die onder het sociaal minimum uitkomen, zegt voor de regeling in aanmerking te komen. Een percentage dat waarschijnlijk hoger is, aangezien bijna de helft deze regeling niet kent.
Door: Nationale Zorggids
