Zorgverzekeraars zouden apothekers geen te lage receptvergoedingen mogen geven voor medisch noodzakelijke medicijnen die buiten het preferentiebeleid van de verzekeraar vallen, zegt minister Tamara van Ark voor Medische Zorg. SP-Kamerlid Henk van Gerven had hier vragen over naar aanleiding van een apotheker die van VGZ een lagere receptvergoeding kreeg. Dit meldt Skipr.
Het voorkeursbeleid van zorgverzekeraars wordt ook wel het preferentiebeleid genoemd. Dit houdt in dat een verzekeraar binnen een groep van gelijke medicijnen een voorkeursmiddel aanwijst, en dat is meestal het goedkoopste medicijn in die groep. Zorgverzekeraars vergoeden in dat geval alleen het preferente medicijn, tenzij een andere binnen die groep medisch noodzakelijk is voor een patiënt en dit door de (huis)arts is aangegeven, aldus de Nederlandse Zorgautoriteit.
Niet op zijn plaats
Volgens Van Ark mag VGZ lagere receptvergoedingen geven voor niet-preferente medicijnen, maar vindt ze het niet gepast. “Ik zou er voorstander van zijn dat de zorgverzekeraar in de polisvoorwaarden rekening mee houdt dat een apotheker niet een vrije keuze heeft in het wel of niet verstrekken van recepten met ‘medische noodzaak’”, schrijft ze in een Kamerbrief. De minister vindt het niet op zijn plaats dat VGZ de apotheker verantwoordelijk stelt in de vorm van lagere tarieven.
Door: Nationale Zorggids