Ongeveer 60 procent van alle BIG-geregistreerde zorgverleners in Nederland is verpleegkundige. Het grootste deel van hen werkt in een ziekenhuis. Naar verhouding werken er weinig verpleegkundigen die ouder zijn dan 60 jaar. Het aandeel mannen is laag, vooral jonge mannelijke verpleegkundigen zijn schaars. Dit meldt Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op de dag van de verpleging op basis van cijfers uit het BIG-register.
In 2015 stonden ruim 302.000 werkzame zorgverleners met een beschermde beroepstitel geregistreerd. Bijna zes op de tien zijn verpleegkundige van beroep. Dit is drie keer zoveel als het aantal artsen. Daarnaast telde de gezondheidszorg ruim 31.000 fysiotherapeuten, een tiende van alle BIG-geregistreerde zorgverleners. De andere BIG-geregistreerde beroepen zijn gezondheidszorg(GZ)-psycholoog, tandarts, apotheker, psychotherapeut en verloskundige.
Ruim 30 procent van de werkzame verpleegkundigen is tussen de 50 en 60 jaar. Iets meer dan 8 procent van de verpleegkundigen is 60 jaar of ouder. Het lage aandeel oudere zorgverleners geldt ook voor fysiotherapeuten en verloskundigen. Psychotherapeuten en gezondheidszorgpsychologen starten door hun langere opleidingsduur vaak op latere leeftijd met werken. Een relatief groot percentage van de gezondheidszorgpsychologen is 60 jaar of ouder.
Veertig procent van de 177.000 verpleegkundigen werken in een ziekenhuis. Bijna een kwart biedt verpleegzorg in een verpleeg- of verzorgingshuis, of in de thuiszorg. Daarnaast is 11 procent werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg en 8 procent in de gehandicaptenzorg. De overige 20 procent is werkzaam in de huisartsenzorg, bij een ambulancedienst, een zorgopleiding of via de uitzendbranche.
Een op de zeven verpleegkundigen is man. Het gaat om bijna 25.000 mannelijke verpleegkundigen tegen ruim 152.000 vrouwelijke. Het aandeel mannen stijgt geleidelijk met de leeftijd, onder 60- tot 65-jarige verpleegkundigen is bijna een op de vier verpleegkundigen een man.
Door: Redactie Nationale Zorggids