Een Groningse verloskundige wacht op de uitspraak van het Medisch Tuchtcollege. Zij is door de familie van een overleden zwangere vrouw voor het tuchtcollege gedaagd. Volgens de familie had de verloskundige de zwangere vrouw moeten doorverwijzen naar het ziekenhuis toen zij op een avond in juni ziek werd. Dat meldt het Dagblad van het Noorden.
Op een zondagavond in juni werd de zwangere vrouw uit Groningen ziek nadat ze Thais had gegeten. De verloskundige stelde een voedselvergiftiging vast en stuurde haar niet door naar de dokter of naar het ziekenhuis. De volgende morgen echter was de vrouw overleden. Familieleden vermoedden dat de vrouw het HELLP-syndroom had, een zeldzaam syndroom dat voorkomt bij zwangere vrouwen. De familie nam deskundigen in de hand die inderdaad het HELPP-syndroom vaststelden. Volgens de familie heeft de verloskundige onvoldoende handelingen uitgevoerd om de mogelijkheid van het syndroom uit te sluiten.
De verloskundige zegt te hebben gehandeld naar ‘eer en geweten’. Op haar kwamen de symptomen van de vrouw niet als dusdanig ernstig over. Het Medisch Tuchtcollege doet over enkele weken de uitspraak.
Het HELLP-syndroom is een levensbedreigende complicatie voor de zwangere vrouw en haar ongeboren kind. Een vrouw met HELLP dient direct in het ziekenhuis te worden opgenomen. Behandeling van het syndroom is niet mogelijk. Het verdwijnt pas zodra de zwangerschap voorbij is, zodoende moet een baby soms eerder ter wereld komen dan gepland is. Symptomen zijn onder andere een hoge bloeddruk, het vasthouden van vocht, eiwitverlies, misselijkheid en pijn in de bovenbuik en bovenrug. De complicatie treedt meestal op na de 20e week van de zwangerschap, bij de bevalling of zelfs de eerste paar dagen na de bevalling.
Door: Redactie Nationale Zorggids