Het Bureau Beroepsziekten FNV heeft afgelopen jaar weer meer geld aan schadevergoedingen binnengehaald voor slachtoffers van een beroepsziekte. Het totale bedrag was 2.610.245 euro. Een jaar eerder was dit 2.352.249 euro. Dat meldt FNV.
Ook het bedrag per zaak loopt op. Gemiddeld moeten bedrijven voor een beroepsziektegeval bijna een ton aftikken (90.000 euro). In 2014 was dit nog 48.000 euro. Bijna de helft wordt geregeld zonder advocaat, en vaak is alleen de tussenkomst van de advocaat al voldoende om tot een schikking te komen. Het bureau hoeft dan niet door te procederen en de werknemer krijgt sneller zijn of haar schadevergoeding.
In 2015 werd ook het op één na hoogste schadebedrag uitgekeerd tot nu toe. In hoger beroep werd een autoschadebedrijf veroordeeld tot het betalen van 460.000 euro aan een medewerker die het slachtoffer werd van de gevreesde schildersziekte OPS.
Marian Schaapman, directeur van Bureau Beroepsziekten FNV: “Dat de bedragen oplopen, komt door onze opstelling. Wij laten niet los, gaan tot het gaatje, no matter what the cost. Dus als wij in een zaak geloven, dan gaan we procederen. En dat weten verzekeraars inmiddels. Bovendien weten ze ook dat onze advocaten topspecialisten zijn op dit gebied. Wat ook helpt is de jurisprudentie die we welbewust hebben helpen ontwikkelen. Die geeft duidelijkheid in nieuwe zaken.”
De meest voorkomende beroepsziekten waarvoor het bureau een schaderegeling treft zijn aandoeningen aan het bewegingsapparaat (nek, schouders, rug, heupen, knieën), ziekte als gevolg van giftige stoffen en psychische aandoeningen, met name burn-out.
De betreffende werknemers werken vaak met gevaarlijke stoffen of hebben een zwaar beroep, zoals stratenmaker, schilder, scheepswerfmedewerker of machinist grootmaterieel, vloerenlegger of werknemer in een vleesgroothandel. Maar ook melden zich mensen die ziek of arbeidsongeschikt zijn geworden bij de uitoefening van hun vak als sociotherapeut, croupier of grafisch ontwerper.
©Nationale Zorggids