Het plaatsen van een pacemaker is noodzakelijk bij een vertraagd hartritme. Het apparaat monitort het ritme en geeft zo nodig een klein stroomstootje om een te trage hartslag te voorkomen. Bij het inbrengen van een pacemaker wordt de draad normaliter ergens in de rechterhartkamer geplaatst. Stimulatie op deze manier resulteert echter in een minder gecoördineerde samentrekking van het hart. Op den duur kan dat een negatieve invloed hebben op de pompfunctie. De plek waar de draad ligt, blijkt dan ook wel degelijk van belang te zijn.

Knooppunt

Voor een goede hartfunctie is het noodzakelijk dat elektrische prikkels zich snel en synchroon verspreiden. Een prikkel vanuit het centrale geleidingssysteem is dan effectiever dan een stimulatie vanuit de rechterhartkamer. Vergelijk het met het wegennet. Sta je op een knooppunt op de snelweg dan kun je veel sneller diverse steden bereiken, dan wanneer je ergens achteraf op een landweggetje staat. Zo werkt het ook met de pacemakerdraad. Plaats je die tegen het geleidingssysteem aan (het 'knooppunt') dan zal de elektrische prikkel zich sneller en synchroon over het gehele hart verspreiden, dan wanneer je de draad willekeurig ergens in de rechterhartkamer plaatst (het 'landweggetje'). Het is alleen zaak het knooppunt nauwkeurig op te sporen.

Opsporen

Met behulp van een speciale katheter kan het geleidingssysteem exact worden gelokaliseerd. Vervolgens wordt de pacemakerdraad precies op die plek gelegd via de gebruikelijke procedure. Cardiologen dr. Kevin Vernooy en dr. Justin Luermans van het Maastricht UMC+ hebben de nieuwe techniek onlangs voor het eerst succesvol toegepast bij twee patiënten. Vernooy: "Een waardevolle innovatie voor onze cardiovasculaire zorg die we graag in samenwerking met onze omliggende ziekenhuizen verder in de praktijk willen brengen." 

Door: Redactie Nationale Zorggids