Hoe eerder je reuma ontdekt, hoe eerder je kunt beginnen met de behandeling. Maar hoe spoor je de ziekte vroeg op? Radioloog in opleiding Lukas Mangnus onderzocht tijdens zijn promotie of een MRI-scan hieraan kan bijdragen. Maar er zijn nog wat haken en ogen, schrijft hij in zijn proefschrift dat hij op 26 oktober verdedigde. Dat meldt het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
“Het beeld van een reumapatiënt in een rolstoel zie je tegenwoordig bijna niet meer. Doordat we op tijd beginnen met behandelen, kunnen we bij veel mensen ernstige schade aan de gewrichten voorkomen”, aldus Mangnus. Maar het kan altijd beter, en de radioloog in opleiding onderzocht daarom of MRI-scans een bijdrage kunnen leveren aan een vroege diagnose.
Het voordeel van MRI is dat je er kleine gebieden van ontsteking op kunt zien, legt hij uit. Op een röntgenfoto zijn afwijkingen pas zichtbaar als de gewrichten al schade hebben opgelopen. Mangnus: “We denken dat bepaalde ontstekingen die je met MRI kunt opsporen de voorloper zijn van daadwerkelijke reuma. Met MRI zijn we er dus iets vroeger bij.”
Maar dat lijkt ook meteen de valkuil van deze methode. Uit een studie met 193 vrijwilligers zonder gewrichtsklachten bleek dat bij ongeveer drie kwart van hen al kleine ontstekingen in de gewrichten of botten zichtbaar waren op de MRI-scan. Het is wat artsen ‘vals positief’ noemen: iemand het stempel reuma geven terwijl er niks aan de hand is.
“Ik pleit er ook zeker niet voor om alle mensen zonder klachten te gaan screenen met MRI-scans, maar ik denk toch dat MRI wel nuttig kan zijn voor het opsporen van reuma”, aldus Mangnus. “Het kan schade vroeger opsporen dan andere methoden als röntgen en lichamelijk onderzoek.” Maar, zo stelt hij als kanttekening, voordat we dit gaan doen moeten onderzoekers erachter komen hoe de MRI-scan geïnterpreteerd moet worden. “Wellicht kunnen we een punt vinden waarboven we de schade kunnen bestempelen als abnormaal. Op basis daarvan kunnen we dan een behandeling starten.”
Door: Redactie Nationale Zorggids