Een combinatie van twee experimentele medicijnen blijkt zeer effectief bij de behandeling van patiënten met de leverziekte hepatitis C. Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat bijna alle patiënten binnen een half jaar genezen, zelfs de groep met de zwaarste, ongeneeslijke vorm. Dat meldt de Volkskrant.
Voor het onderzoek kregen ruim tweehonderd patiënten drie tot zes maanden lang twee nieuwe virusremmers. Volgens het onderzoeksverslag, dat werd gepubliceerd in het New England Journal of Medicine, had meer dan 95 procent van de patiënten na een half jaar geen virusdeeltjes meer in het bloed. De combinatie van de twee middelen maakt het gebruik van ribavirine overbodig. Dit middel is nu nog onderdeel van de standaardbehandeling en veroorzaakt vaak ernstige bloedarmoede.
In Nederland lijden zo'n zestigduizend patiënten aan hepatitis C. Ze hebben de virusinfectie opgelopen door contact met besmet bloed. Het virus veroorzaakt een infectie in de lever die bij 80 procent van de patiënten chronisch wordt. Bij hen kan cirrose (littekenvorming) ontstaan waardoor soms een levertransplantatie nodig is. Een deel van de chronische patiënten krijgt leverkanker.
Patiënten krijgen nu vaak een kuur van twee tot drie geneesmiddelen, die niet bij iedereen werkt: slechts 60 tot 75 procent geneest. Deze middelen hebben veel bijwerkingen en veroorzaken vaak resistentie. De nieuwe medicijnen daclatasvir en sofosbuvir remmen op veel efficiëntere wijze de vermenigvuldiging van het virus. Voor sofosbuvir is bij het College voor Zorgverzekeringen inmiddels vergoeding aangevraagd. De hoge kosten kunnen bezwaarlijk zijn. Alleen al de behandeling met sofosbuvir gaat zo'n 60 duizend euro per patiënt kosten.
© Nationale Zorggids
