Het aandeel niet-gecontracteerde ggz in zowel het aantal patiënten als in kosten is in 2019 gestabiliseerd. Daarmee is een einde gekomen aan de groei over de afgelopen jaren. Dit meldt Vektis die de omvang van niet-gecontracteerde geestelijke gezondheidszorg monitort.
De totale omvang van de generalistische basis-ggz was in 2019 264 miljoen euro en 3,6 miljard euro was de totale omvang van de gespecialiseerde ggz. In 2016 was het aandeel niet-gecontracteerde zorgkosten in de generalistische basis-ggz 6,6 procent. In 2018 steeg dat naar 8,7 procent en in 2019 daalde het weer naar 7,4 procent. Het aandeel niet gecontracteerde zorgkosten in de gespecialiseerde ggz steeg ook. Van 6,3 procent in 2016, naar 8 procent in 2018. In 2019 bleef het percentage gelijk.
Patiënten met niet-gecontracteerde ggz
274.000 patiënten kregen in 2019 generalistische basis ggz en 546.000 mensen kregen gespecialiseerde ggz. 44.000 van hen kregen gespecialiseerde ggz met verblijf. Het relatieve aandeel patiënten met niet-gecontracteerde ggz bleef steeg van 8,8 procent in 2016 naar 11,6 procent in 2018. Dit bleef in 2019 gelijk. In de generalistische ggz steeg het aandeel patiënten met niet-gecontracteerde zorg van 7,3 naar 9,8 procent. In 2019 daalde dat aandeel weer naar 9,1 procent. De specialistische ggz zag ook een stijging en vervolgens een daling van deze zorg: van 3,7 procent in 2016 naar 5,9 procent in 2018. In 2019 daalde dit percentage naar 5,2 procent. Het aandeel met verblijf steeg wel: van 9,1 procent in 2016 naar 12,3 procent in 2019.
Hier vind je de hele monitor niet-gecontracteerde ggz.
Door: Nationale Zorggids