In de maand maart heeft 81 procent van de kinderen tot achttien jaar minimaal één keer per week aan sport gedaan. In februari lag dat percentage op 77 procent. Dat komt naar voren uit de zogenoemde Sport Index tot 18 van Achmea.
De 'Achmea Sport Index tot 18' is een gewogen gemiddelde van zes cijfers over sportende jongeren. Volgens Achmea zijn landelijke impulsen via school, zoals bijvoorbeeld de Koningsspelen, weliswaar belangrijk om kinderen het plezier van sport te laten proeven, maar niet doorslaggevend genoeg om kinderen in beweging te houden.
Juist het gezin en vrienden blijken ervoor zorgen dat kinderen gaan sporten. Als kinderen door vertrouwde personen of door een gymleraar worden gestimuleerd in het ontdekken van een sport die ze leuk vinden, is de kans 3,5 keer zo groot dat ze ook op latere leeftijd blijven bewegen en sporten.
Uit de sportindex van Achmea blijkt dat naarmate de leeftijd van kinderen omhoog gaat (tussen 12 en 18), zij steeds minder vaak lid worden van een sportvereniging. Voor de groep tot 18 jaar ligt er een uitdaging om het enthousiasme voor het sporten vast te houden. De sportindex laat verder zien 21 procent van de kinderen voetbal als favoriete sport noemt, gevolgd door zwemmen (19 procent) en gymnastiek (14 procent).
© Nationale Zorggids
