De afgelopen twee jaar experimenteerde het Reinier de Graaf ziekenhuis in vier proeftuinen (afdelingen) met de ontwikkeling en invoering van twee nieuwe verpleegkundige functieprofielen: de verpleegkundige (mbo-niveau) en de regieverpleegkundige (hbo-niveau). In deze proeftuinen hadden de verpleegkundigen de regie en kregen zij ruimte en tijd om deze verschillende functies vorm en inhoud te geven. Jannine van Schothorst onderzocht in opdracht van Reinier de Graaf de invoering van deze functiedifferentiatie. Het onderzoek geeft inzicht in de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap in de dagelijkse praktijk. Dit meldt ESHPM.
Schothorst: “In de proeftuinen waren de verpleegkundigen in de lead en we hebben gezien hoe belangrijk het is dat verpleegkundigen zelf functiedifferentiatie vorm konden geven in de praktijk. Dit leidde tot verpleegkundige rollen die passen bij de verschillende competenties, de (verpleegkundige) zorgpraktijk en de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap.”
Ingewikkeld en intensief proces
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat het experimenteren met de ontwikkeling van verpleegkundige rollen een ingewikkeld en intensief proces is. “Het is meer dan het verdelen van taken, het gaat om de professionalisering van de verpleegkundige beroepsgroep. Eigenlijk is het een organisatie ontwikkelingsproces, dat om ruimte vraagt voor de regieverpleegkundige zelf en collega verpleegkundigen. Er is sprake van een transitie, zowel beroepsinhoudelijk als in de organisatie van de zorg aan de patiënt”, aldus Anne Marie Weggelaar, onderzoeker bij ESHPM.
Verpleegkundigen tevredener
Ook zijn verpleegkundigen meer tevreden zijn als zij binnen het team een bijdrage kunnen leveren aan bijvoorbeeld coaching en kwaliteitsverbetering. Tot slot concludeerden de onderzoekers dat ontwikkeling en inbedding van functiedifferentiatie voor verpleegkundigen geen afgerond traject is, maar een doorgaand en intensief proces.
Door: Nationale Zorggids