Sinds de start van het extra toezicht in 2015 heerst er onrust in en rond verpleeghuizen die op de vingers zijn getikt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). In juli 2016 publiceerde IGZ een lijst van 150 instellingen waar de inspectie het afgelopen jaar extra toezicht hield. Een derde daarvan kon de complexe zorg niet aan en moest zich extra inspannen. Een paar maanden later staan nog steeds acht verpleeghuizen onder de meest intensieve toezicht van IGZ. Enkele bestuurders zagen zich door de ellende genoodzaakt op te stappen. “Er zijn verwachtingen bij het publiek, bij cliënten en bij hun familie die we niet (meer) waar kunnen maken”, stelt ActiZ, de brancheorganisatie van werkgevers in de zorg.
‘Topman zorginstelling Laurens stapt op’, kopte de Nationale Zorggids op 22 juli 2016. Drie maanden later, eind oktober, is het weer raak. Dit keer bij Careyn: ‘Bestuursvoorzitter Careyn treedt terug’. Rond deze periode publiceerde IGZ de zogenoemde ‘zwarte lijst’, met daarop verpleeghuizen die het nodige moeten verbeteren in de ogen van de toezichthouder. Het aftreden van de bestuurders laat zien dat het bijzondere toezichtstraject, onderdeel van het programma ‘Waardigheid en Trots’ van staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, een grote invloed heeft op de zorgorganisaties. Doel van het programma is het verder verbeteren van de verpleeg(huis)zorg en werken aan toekomstbestendigheid van de zorg.
Kritiek
De inspectie kreeg de afgelopen maanden de nodige kritiek op het publiceren van de lijst. Vooral de werkwijze van de inspectie was niet op orde, werd er beweerd. Na de publicatie in juli noemden enkele verpleeghuizen de IGZ-lijst achterhaald en vonden ze dat ze onterecht negatief in het nieuws kwamen. Ook bij ActiZ waren er zorgen, want volgens de brancheorganisatie leidde de lijst niet direct tot een verbetering van de verpleeghuiszorg. “Waar de lijst wel toe leidde, was onrust onder de cliënten en medewerkers en een verslechtering van het imago van de ouderenzorg op de arbeidsmarkt”, zei woordvoerder Bernadet Naber begin oktober. Vooral het gebrek aan duiding was volgens ActiZ een punt van zorg.
De verpleeghuizen die op dit moment in categorie 1* op de lijst zijn geplaatst, staan niet te springen om commentaar te geven. “We hebben al uitgebreid in de media gestaan en ik ben het zat om er telkens weer op te reageren”, klinkt het bij Avondrust, een verpleeghuis in Opheusden. “We hebben op dit moment andere dingen aan ons hoofd.”
Hoewel ActiZ beweerde dat de lijst onrust veroorzaakte, laten de verpleeghuizen zich niet negatief uit over de inspectie. “Wij gaan geen kritiek leveren op IGZ”, zegt woordvoerder Arjanne Hoogendoorn-Versteegt namens Stichting Laurens. “Of ik het eens ben met hun werkwijze? Dat heb ik niet gezegd. Ik zeg alleen dat wij niet in de positie zijn om kritiek te leveren op IGZ.” Ook op de websites van de betreffende verpleeghuizen uit categorie 1 van de lijst is te lezen dat IGZ het bij het rechte eind lijkt te hebben. De meeste instellingen erkennen dat plaatsing in categorie één terecht is en dat ze alles in werk zullen stellen om de tekortkomingen weg te zullen werken.
Gissen
ActiZ wilde naar aanleiding van het toezichtstraject in 2015 en de onrust die dat opleverde, duiding bij de resultaten. De brancheorganisatie besloot daarom begin oktober de aanlevering van gegevens van verpleeghuizen aan de inspectie uit te stellen totdat met IGZ daarover afspraken gemaakt werden. Tot grote woede van de politiek, die vond dat de kwaliteitsgegevens van groot belang waren en gewoon aangeleverd moesten worden. De afspraken tussen ActiZ en IGZ zijn inmiddels gemaakt en daarom hebben zorgorganisaties alsnog de gevraagde informatie/data overgedragen.
ActiZ richt zich op een gezamenlijke arbeidsmarktaanpak en een investeringsagenda voor de ouderenzorg. Het schrappen van de geplande bezuiniging van 500 miljoen euro op de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt gezien als een eerste stap in de goede richting.
Zorgvraag zwaarder
ActiZ-woordvoerder Naber: “Omdat cliënten langer zelfstandig blijven wonen en pas naar een verpleeghuis gaan als het thuis écht niet meer gaat, is de zorgvraag zowel thuis als in verpleeghuizen zwaarder geworden. Dat vraagt om méér medewerkers, van wie een deel op een hoger niveau, en om medewerkers met andere kennis en ervaring. Maar opleiden kost tijd en geld en de arbeidsmarkt is erg krap. Veel verpleeghuizen hebben openstaande vacatures die zij niet kunnen opvullen. Daar komt bij dat we voor het huidige budget maar drie uur zorg per dag kunnen geven, terwijl we 24 uur voor iemand moeten zorgen. Wij vinden dat de tarieven daarom moeten worden herijkt.”
ActiZ pleit bij de politieke partijen voor een investeringsagenda voor ouderenzorg. De budgetten in de begroting van 2017 moeten toereikend zijn, stelt de brancheorganisatie. Naber vraagt om meer aandacht, tijd, mankracht en vertrouwen. "Er zijn verwachtingen bij het publiek en bij cliënten en hun familie die we niet (meer) waar kunnen maken”
© Nationale Zorggids / Frank Molema
*Intensief vervolgtoezicht (categorie 1) betekent volgens de inspectie dat in korte tijd meerdere (onaangekondigde) toezichtbezoeken aan verschillende locaties binnen een organisatie plaats vinden en daarnaast waar nodig meerdere bestuursgesprekken. Op basis daarvan geeft de inspectie een oordeel over de gehele zorgorganisatie. Dit oordeel kan vervolgens leiden tot toezicht- en handhavingsinterventies.
Nadat de IGZ de lijst publiceerde van instellingen waarover zij zich de grootste zorgen maakte, hebben verpleeghuizen hard gewerkt aan verbetering. En met resultaat. De inspectie heeft de indruk dat ook bij huizen die niet op de lijst stonden, de aandacht voor kwaliteit en veiligheid ook is toegenomen.