Philips heeft in het tweede kwartaal van dit jaar een winst geboekt ondanks flinke kosten voor een terugroepactie bij slaap- en ademhalingsapparatuur. Bepaalde onderdelen van de beademingsapparatuur zouden een gezondheidsrisico kunnen vormen. Het medisch technologiebedrijf moest de afgelopen periode 250 miljoen euro opzijzetten voor de terugroepactie.
In het eerste kwartaal werd daar al een zelfde bedrag voor gereserveerd. "We zijn in gesprek met regelgevende instanties om toestemming te krijgen om reparatiesets en vervangende apparaten die we maken in te zetten", zegt topman Frans van Houten. Wereldwijd zijn er zo'n 3,5 miljoen van de apparaten in omloop, waaronder in Nederland.
Afgezien van die tegenvaller deed Philips het afgelopen kwartaal goede zaken en de omzet steeg met 9 procent op vergelijkbare basis, dus zonder de verkochte tak voor huishoudelijke apparatuur mee te tellen. De opbrengsten kwamen uit op 4,2 miljard euro.
Onzekere toekomst
Onder de streep boekte Philips in het tweede kwartaal een nettowinst van 153 miljoen euro, tegen 210 miljoen euro in dezelfde periode in 2020. Het bedrijf bespaarde in het tweede kwartaal voor 90 miljoen euro aan kosten.
De toekomst blijft volgens Van Houten onzeker door de wereldwijde impact van de coronapandemie en het tekort aan onderdelen voor elektronica. Hij rekent erop dat de verkoop op vergelijkbare basis van Philips over heel 2021 tot 5 procent zal stijgen.
Philips maakte ook bekend dat het de komende drie jaar voor 1,5 miljard euro aan eigen aandelen gaat inkopen. Tegen de huidige waarde gaat het om zo'n 4 procent van de uitstaande aandelen. Met het inkoopprogramma beloont het concern zijn aandeelhouders. Doordat er na de inkoop minder stukken overblijven, stijgen de resterende aandelen namelijk in waarde en kan de winst per aandeel toenemen.
Door: ANP