Zo’n één miljoen mensen in Nederland heeft diabetes type 2. Bij diabetes type 2 maakt iemand nog wel insuline, het hormoon dat de bloedsuikerspiegel reguleert, aan, maar het lichaam reageert daar niet meer goed op. Hierdoor blijft de bloedsuikerspiegel te hoog, en daarom moeten deze patiënten regelmatig insuline spuiten. In het eerste jaar dat zij starten met het spuiten van insuline, komen patiënten gemiddeld zo’n drie tot vijf kilo in gewicht aan. Onderzoekers van het Radboudumc bekeken of dit komt door een verandering in beweeggedrag.

In het onderzoek volgden onderzoekers een jaar lang veertig diabetes type 2 patiënten die startten met insuline spuiten. Zij bekeken voor, tijdens en na het starten van de behandeling via een armband met een bewegingssensor hoeveel deze mensen per dag bewogen. Eerst werd gedacht dat deze patiënten ‘voorzichtiger’ gaan leven en bijvoorbeeld minder gaan sporten. Maar nu blijkt dat diabetespatiënten meer gaan zitten. Yvonne Hartman, eerste auteur van het onderzoek: “We zagen dat patiënten niet minder gingen sporten, maar juist minder staan of rondlopen en zelfs zo’n 1,5 uur per dag meer gaan zitten dan voor het starten met insuline spuiten.”

Uit het onderzoek bleek dat de extra uren die de diabetespatiënten gingen zitten gerelateerd was aan de gewichtstoename: de patiënten kwamen gemiddeld zo’n 3 kilogram aan. Toch kunnen de onderzoekers nog niet concluderen dat meer zitten deze gewichtstoename veroorzaakt. Het onderzoek toont echter wel aan dat patiënten na het starten van een behandeling hun beweeggedrag aanpassen. “Deze resultaten geven aan dat zoiets simpels als zitten een belangrijk gezondheidsrisico met zich meebrengt, maar ook een simpele ingang is voor therapie”, aldus hoofdonderzoeker Thijssen. 

Door: Redactie Nationale Zorggids