Door te kijken naar creatinine en cystatine C in het bloed, kunnen zorgverleners betere schattingen maken van de nierfunctie bij ouderen. Dit levert een verbeterde diagnose van nierschade op een passendere behandeling, meldt het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Bij een nierfunctie van minder dan 60 procent is er sprake van chronische nierschade. Er is dan een groter risico op dialyse of overlijden. De vraag is of de grens van 60 procent ook geldt voor ouderen of dat zij pas bij 45 procent een verhoogd risico hierop hebben. Deze uitkomst is vermoedelijk het gevolg van de schatting van de hoeveelheid creatinine in het bloed en dat is volgens onderzoekers minder betrouwbaar voor deze leeftijdsgroep.
Spiermassa ouderen
Iemand met een lage concentratie creatinine in het bloed zou een hoge nierfunctie moeten hebben. De stof wordt dan snel afgevoerd door goed functionerende nieren. Ouderen hebben vaker minder spiermassa en daardoor kan de nierfunctie per ongeluk hoger uitvallen. Er is namelijk minder creatinine in het bloed, maar niet door goed werkende nieren maar door de mindere spiermassa.
Creatinine in combinatie cystatine C
Door te kijken naar de hoeveelheid creatinine en cystatine C in het bloed, kan een betere inschatting worden gemaakt van de nierfunctie bij ouderen. Hierdoor is er bij een nierfunctie van 60 procent ook een verhoogd risico op dialyse en overlijden, laat onderzoek van Edouard Fu zien. De combinatie van de twee stoffen geeft een lagere inschatting van de nierfunctie, waardoor meer ouderen de diagnose chronische nierschade krijgen. Door met beide stoffen te meten kan een betere inschatting worden gemaakt welke behandeling een oudere nodig heeft en kan bijvoorbeeld worden besloten om te starten of stoppen met bepaalde medicijnen. Ook kan de uitkomst invloed hebben op een eventuele doorverwijzing naar een nefroloog.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky