Hospices zijn te star in het hanteren van een driemaandengrens voor cliënten. Tot die conclusie komt seniorenorganisatie KBO-PCOB na uitgebreide navraag bij deskundigen. Voor opname in een hospice geldt een verwachte levensduur van maximaal drie maanden. Duurt de zorg uiteindelijk langer en is er nog geen uitzicht op overlijden, kan de cliënt zomaar worden weggestuurd. Onterecht, blijkt uit de navraag van KBO-PCOB. Wie eenmaal in een hospice ligt, mag daar zorg krijgen tot aan het overlijden. Dit meldt KBO-PCOB.
Dat hospices de driemaandengrens hanteren, komt waarschijnlijk voort uit het verleden. Tot ongeveer 2015 hadden verzekeraars de afspraak dat hospicezorg maximaal drie maanden vergoed werd. Hospices voelen een morele verantwoordelijkheid om de ziekste mensen op te nemen. Toch kunnen inkomsten nog een rol spelen omdat een korte ligduur economisch aantrekkelijk kan zijn, zo denkt Saskia Teunissen, hoogleraar hospicezorg bij UMC Utrecht: “Hospices kunnen aanspraak maken op subsidie. De hoogte wordt bepaald door het aantal bewoners op jaarbasis. Dus stimuleren ze soms de ‘doorstroom’ om zo hun eigen voortbestaan te garanderen.”
Samen beslissen
Omdat het moment van sterven zich niet precies laat voorspellen, vindt KBO-PCOB dat hospices nooit star moeten uitgaan van de driemaandengrens. Willems: “Knapt iemand op, dan is het essentieel dat hospice, patiënt en naasten het gesprek met elkaar aangaan: wat is nu voor deze patiënt de juiste zorg op de juiste plek? In dit gesprek moet de stem van patiënt en diens familie even zwaar wegen als die van de arts. Het draait echt om samen beslissen, zonder tijdsdruk.” Ook pleit KBO-PCOB dat de informatie over de regelgeving en zorg van hospices eenduidiger en toegankelijker wordt.
Door: Nationale Zorggids