Normal_bejaard_dementie_oud_handen_zorg_euthanasie_

Bij een kwart van de patiënten die overlijden na palliatieve sedatie was onbehandelbare delier de aanleiding om palliatieve sedatie toe te passen. De acute verwardheid van een patiënt maakt het moeilijk om hem of haar te betrekken bij de beslissing om over te gaan tot palliatieve sedatie, zo stellen onderzoekers van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL).

Delier is een plotselinge verwardheid, die vaak voorkomt bij ouderen. Mensen met delier kunnen achterdochtig worden, hallucinaties krijgen of zich onrustig gaan bewegen. Vaak zijn mensen met delier zich niet bewust van hun eigen verwardheid, die meestal optreedt als bijverschijnsel van een lichamelijke ziekte. Meestal is delier goed te behandelen door de oorzaak weg te nemen of de patiënt te behandelen met haloperidol. In de palliatieve fase, wanneer de zorg niet meer is gericht op genezing maar alleen op verlichting van de symptomen, is delier soms echter alleen te behandelen met palliatieve sedatie.

Patiënten met delier zijn moeilijk te raadplegen, wanneer een huisarts voor de beslissing staat om over te gaan tot palliatieve sedatie. Van de patiënten met delier wordt 77 procent betrokken bij deze beslissing, tegenover 88 procent van de patiënten zonder delier. Verpleegkundigen en verzorgenden worden bij de patiënten met delier juist vaker betrokken bij de besluitvorming. In 69 procent van de gevallen met delier beslissen zij mee over het toepassen van palliatieve sedatie, tegenover 56 procent van de gevallen zonder delier.

Volgens NIVEL-onderzoeker Gé Donker is het van belang om de mogelijkheid van palliatieve sedatie tijdig met een patiënt te bespreken, omdat het anders misschien niet meer kan. 'Dit geldt overigens niet alleen voor patiënten met delier, ook bij patiënten met hart- en vaatziekten of longziekten is het door kortademigheid in de palliatieve fase soms niet meer mogelijk met ze te overleggen. Omdat huisartsen niet zoveel ervaring opdoen met delier in de palliatieve fase, is het verstandig de expertise te benutten van palliatieve consultatieteams en kaderartsen palliatieve zorg', aldus Donkers.

© Nationale Zorggids